Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Verenigingen en vrijwilligers

Dit hoofdstuk uit het brancherapport Tennis in Nederland richt zich op de bestuurlijke en organisatorische aspecten van de tennisverenigingen. Er wordt ingegaan op hoe het landschap van tennisverenigingen eruitziet, met wat voor vraagstukken ze te kampen hebben en of het vandaag de dag nog steeds lukt om de vereniging met vrijwilligers draaiende te houden.

Allereerst wordt het aantal tennisverenigingen in Nederland en de grootte van de verenigingen beschreven en volgt er een Europese vergelijking. Daarna wordt ingegaan op het verenigingsbeleid, de vrijwillige organisatie van de vereniging en welke ondersteuning de vereniging van de KNLTB kan ontvangen. Als laatste wordt zichtbaar hoe verenigingen naar de toekomst kijken en hoe dit samenhangt met de grootte van de vereniging.

Een aantal feiten en cijfers uit dit hoofdstuk:

  • De KNLTB is met ongeveer 1.700 verenigingen na voetbal de grootste sportbond van Nederland. Gemiddeld heeft een tennisvereniging in Nederland 366 leden.
  • Europees gezien is Nederland zesde qua aantal tennisverenigingen. Duitsland is koploper met zo’n 9.500 tennisverenigingen. Afgezet tegen het aantal leden heeft Nederland met gemiddeld 366 de meeste leden per tennisvereniging.
  • 44 procent van de tennisverenigingen in Nederland beschikte in 2013 over een actueel beleidsplan. Ledenwerving en –behoud wordt door de tennisverenigingen gezien als belangrijkste knelpunt.
  • Schattingen wijzen uit dat er ongeveer 100.000 vrijwilligers actief zijn bij de tennisverenigingen, oftewel één op de zes verenigingsleden. Eén op de tien tennisverenigingen heeft een tekort aan vrijwilligers.
  • Kleinere tennisverenigingen met minder dan 250 leden zien de toekomst minder zonnig tegemoet dan grotere verenigingen. Verklaringen hiervoor zijn een (verder) teruglopend ledenaantal, minder inkomsten en een lagere baanopbrengst.
Literatuurverwijzing: Bakker, S., Kalmthout, J. van, & Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (2015). Verenigingen en vrijwilligers. In H. Poel, Tennis in Nederland (pp. 130-151)