Leren tennissen
In dit hoofdstuk uit het brancherapport Tennis in Nederland, worden de verschillende aspecten van het leren tennissen besproken.
Welk deel van de tennissende Nederlanders neemt deel aan tennisles? Hoe leert men tennis spelen? Wat voor aanbod is er voor het leren van aangepaste vormen van tennis? Hoe is het leren tennissen georganiseerd? Hoe krijgt de kwaliteitsbewaking van het lesaanbod vorm, en wat is de rol van de KNLTB hierbij? Hoe worden talenten gescout en hoe ziet de begeleiding en ontwikkeling van talenten eruit?
Een aantal feiten en cijfers uit dit hoofdstuk:
- In 2013 volgde 84 procent van de verenigingsleden in het eerste jaar dat men tenniste één of meer groepslessen.
- Vrouwen volgen vaker groepslessen dan mannen.
- Ongeveer tien procent van de beginnende tennissers had meermaals individuele lessen.
- Het zelf oefenen om te leren tennissen neemt een belangrijke plaats in. Dit deed meer dan de helft van de ondervraagden ten minste tien keer tijdens hun eerste tennisjaar.
- In 2013 waren er gemiddeld 2,3 tennistrainers aan de slag per tennisvereniging.
- De KNLTB hanteert een licentieverplichting voor elke tennisleraar die bij een tennisvereniging actief is. Die licentie kan behaald worden door het volgen van een tennisleraaropleiding. Er zijn in 2013 ruim 3.300 licenties verstrekt door de KNLTB.
- In 2014 is aan elf tennissers een topsportstatus en aan 451 een talentstatus toegekend door de KNLTB.
- Van de tennissers met een topsportstatus volgde 51 procent in 2012 onderwijs op een Topsport Talentschool.
Literatuurverwijzing: Lucassen, J.M.H., Reijgersberg, N., Fraayenhoven, F. van, & Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (2015). Leren tennissen. In H. Poel, Tennis in Nederland (pp. 58-77)