Spring naar content
Terug naar de kennisbank

De tennisser: ontwikkelingen in de deelname aan tennis

Dit hoofdstuk uit het brancherapport Tennis in Nederland beoogt een beeld te schetsen van ‘de tennisser’, waarbij wordt ingegaan op achtergrondkenmerken, motieven om (niet) te tennissen en redenen om te stoppen met tennissen.

Feiten en cijfers uit dit hoofdstuk:

  • In 2013 waren er 917.000 Nederlanders van 6-79 jaar die ten minste één keer in het jaar hebben getennist en 601.000 Nederlanders van 6-79 jaar die minimaal twaalf keer in het jaar hebben getennist.
  • In de periode van 2006-2013 daalde het aandeel mensen dat één keer in het jaar heeft getennist van 7,7 procent naar 6,1 procent en het aandeel frequent tennissers (minimaal twaalf keer in het jaar) daalde van 4,5 naar 4 procent.
  • 64 procent van de mensen die ten minste één keer in het jaar tennissen was in 2013 lid bij één of meerdere tennisverenigingen.
  • Van de volwassen verenigingstennissers doet ongeveer twee derde aan nog minimaal één andere sport naast tennis. Bij de jeugd is dit meer dan vier vijfde.
  • In de periode van 1972-1994 steeg het aantal lidmaatschappen van de KNLTB van 173.000 naar 743.000. Hierna zette zich een daling in tot 625.000 lidmaatschappen in 2013.
Literatuurverwijzing: Pulles, I., Bakker, S., Breedveld, K., & Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (2015). De tennisser: ontwikkelingen in de deelname aan tennis. In H. Poel, Tennis in Nederland (pp. 30-57)