Sportdeelname
Dit hoofdstuk in de ‘Rapportage sport 2014’ behandelt de sportdeelnamecijfers. De sportdeelname is de afgelopen jaren licht gestegen. Driekwart van de bevolking doet twaalf keer per jaar of vaker aan sport (75%) en ruim de helft (56%) sport wekelijks of vaker (56%). Volgens het Vrijetijdsomnibus (VTO) onderzoek sport 75 procent van de Nederlanders 12 keer per jaar of vaker. Puur op basis van dit percentage zou men kunnen denken dat daarmee de ambitie van de sportsector (‘van 65% naar 75%’ (NOC*NSF 2012) gehaald is. Deze conclusie is echter niet terecht: het VTO-onderzoek is in 2012 voor het eerst uitgevoerd en blijkt ten opzichte van andere onderzoeken in een hoge sportdeelname te resulteren. Hiervoor zijn diverse methodologische verklaringen (zie Van den Dool et al. 2014). De uitkomsten zijn dus niet zonder meer met andere onderzoeken te vergelijken. Andere onderzoeken laten in de afgelopen jaren een lichte stijging in sportdeelname zien. Of zich dit doorzet zullen toekomstige metingen uitwijzen. Een belangrijke constatering is dat een kwart (25%) van de Nederlanders tussen 6 en 79 jaar niet of nauwelijks aan sport doet en bijna een op de vijf (19%) wel sport, maar niet iedere week.