Sportdeelname en de rol van sportvoorzieningen
Vanwege de positieve aspecten van sport wordt door de rijksoverheid en de sportwereld ingezet op het stimuleren van sportdeelname, met de ambitie om in 2016 op populatieniveau een sportdeelname van 75 procent te realiseren. Het beleid is hiervoor onder andere gericht op het vergroten van de mogelijkheden om te sporten en bewegen in de buurt. Op basis van de onderzoeken Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN 2006-2011) en de SportersMonitor 2011 is bezien hoe de sportdeelname zich heeft ontwikkeld en is het gebruik van sportvoorzieningen en de tevredenheid over sportmogelijkheden in kaart gebracht. Verder is ingegaan op de vraag of het uitbreiden van sportvoorzieningen de sportdeelname kan stimuleren. De sportdeelname van de Nederlandse bevolking blijkt tussen 2006 en 2011 stabiel, ongeveer 65 procent, waarbij gebruikt wordt gemaakt van diverse typen sportvoorzieningen en omgevingen. De geboden sportmogelijkheden zijn naar tevredenheid van de burger. Er is maar beperkte behoefte aan extra sportvoorzieningen. Het vergroten van het aantal sportvoorzieningen in de buurt lijkt daarom niet het aangewezen middel te zijn om de sportdeelname te vergroten.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Kenniscentrum Sport & Bewegen | GEZO-0151-16 | Beschikbaar |
Kenniscentrum Sport & Bewegen | GEZO-0151-15 | Beschikbaar |
Kenniscentrum Sport & Bewegen | GEZO-0151-14 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Kenniscentrum Sport & Bewegentel: 030-3041100
e-mail: info@kenniscentrumsportenbewegen.nl