RSO 3.0
invloed wijziging sporten in vragenlijstonderzoek
In 2000 is op initiatief van het W.J.H. Mulier Instituut een onderzoeksmethode ontwikkeld om sportparticipatie op een eenduidige wijze te meten. De methode heeft als naam Richtlijn Sportdeelname Onderzoek ofwel RSO meegekregen en is met name bedoeld voor onderzoek op lokaal niveau. Als vervolg op de vragenlijstversie uit 2000 is in 2002 een tweede, herziene versie van de RSO-vragenlijst gepubliceerd (RSO 2), en in 2005 een derde (RSO 3). Dit hoofdstuk gaat in op de verschillen tussen de laatste twee (schriftelijke) versies van de RSO. De verschillen tussen beide versies hebben vooral betrekking op de sporten die op het toonblad genoemd zijn. Onderzoek naar sportdeelname dat geen gebruikmaakt van een toonblad geeft steevast lagere sportdeelnamecijfers te zien dan onderzoek waar wel gebruik wordt gemaakt van een toonblad. De centrale vraag is welke gevolgen deze veranderingen hebben op de onderzoeksuitkomsten (sportdeelname in verschillende takken van sport en in het algemeen). Een tweede afgeleide vraag is of eventuele verschillen door de wijze van rapporteren zijn op te vangen. Voor de beantwoording van deze vraagstelling is gebruikgemaakt van respondenten uit het zogeheten CentERdata panel.