Health and health care use of elderly immigrants in the Netherlands
a comparative study
Denktas vergelijkt in haar proefschrift de gezondheid en het zorggebruik van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en autochtone ouderen. Zij beschreef gezondheidsverschillen tussen deze groepen ouderen, waarbij de Antilliaanse en de autochtone ouderen het gezondst zijn en de Marokkaanse ouderen het minst gezond. Spreken van een slechtere gezondheid van ‘allochtonen’ in het algemeen kan niet, aldus Denktas. De gezondheid is afhankelijk van sociaaleconomische factoren. Leven in een achterstandswijk bevordert de gezondheid ook niet. Maar belangrijker is in welke mate de groepen ouderen gebruik kunnen maken van de gezondheidszorg. Uit het proefschrift blijkt dat immigrantengroepen meer dan gemiddeld gebruik maken van huisartsenzorg terwijl het gebruik van fysiotherapie en thuiszorg zeer laag is. Denktas ontdekte dat voor toegang tot de specialistische zorg het spreken van de Nederlandse taal doorslaggevend is; wie dit niet kan, komt minder makkelijk bij een ziekenhuis of specialist terecht. Taalonderwijs voor allochtonen is vereist om de achterstand weg te werken en gelijkwaardige toegang en adequaat zorggebruik mogelijk te maken.