Vrijetijdsbesteding van allochtonen en autochtonen in de openbare ruimte
een onderzoek naar de relatie met sociaal-economische en etnisch-culturele kenmerken
Worden verschillen tussen allochtonen en autochtonen in de deelname aan vrijetijdsbesteding in de openbare ruimte voor de tweede generatie wel of niet kleiner dan voor de eerste generatie? Deze vraag is de leidraad in het rapport. Voor elf binnen- én buitenstedelijke vrijetijdsactiviteiten is daarbij nagegaan in hoeverre de deelname aan elk van deze activiteiten kan worden verklaard door sociaal-economische én etnisch-culturele kenmerken. Voor vrijetijdsactiviteiten waarin de eerste generatie veel minder participeert dan de autochtonen, blijkt dat de tweede generatie daarin wel al meer participeert dan de eerste generatie, maar tegelijkertijd vaak toch nog minder dan de autochtonen. Oorzaken zijn zowel de afname van de (remmende) invloed van de etnisch-culturele achtergrond voor de tweede generatie als de verbetering van de sociaal-economische situatie van de tweede generatie ten opzichte van de eerste. Opmerkelijk genoeg is er overigens geen afname van de invloed van de etnisch-culturele achtergrond bij die activiteiten waar de eerste generatie méér aan deelneemt dan de autochtonen (o.a. bezoek aan speeltuin/-veld, rondwandelen in de binnenstad). De allochtonen in het onderzoek zijn Turken, Marokkanen en Surinamers uit Rotterdam. De autochtonen in het onderzoek zijn eveneens inwoners van Rotterdam.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | MIGR-TB-0002 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl