Nieuwe sporten in Nederland
onderzoek naar succesfactoren voor de verankering van nieuwe sporten in het Nederlandse sportlandschap
Populaire sporten als padel en boulderen zijn geen hype, maar krijgen een vaste plek in het Nederlandse sportlandschap. Dat komt omdat deze nieuwe, explosief groeiende sporten steeds beter georganiseerd worden en een eigen sportidentiteit ontwikkelen. Daardoor is er nog ruimte voor verdere groei. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut naar de succesfactoren voor nieuwe sporten.
Wat zorgt ervoor dat nieuwe sporten geen hype zijn, maar hun aantrekkingskracht behouden? Wat is er nodig voor een stevige verankering van die nieuwe sporten in het Nederlandse sportlandschap? Om die vragen te beantwoorden richtten onderzoekers Resie Hoeijmakers en Johan Steenbergen van het Mulier Instituut zich op zeven nieuwe sporten in verschillende fasen van ontwikkeling: padel, boulderen, beachvolleybal, airsoft, freerunning, calisthenics en pickleball.
Padel en boulderen zijn ‘booming’
Van die zeven sporten zijn, volgens het model dat de onderzoekers hanteren, padel en boulderen het sterkst in ontwikkeling naar volwassenheid. Zij zijn te typeren als ‘booming’ sporten. Steeds meer mensen worden gegrepen door deze sporten. Padel is dynamisch en flitsend en lijkt goed aan te sluiten bij de huidige tijdsgeest. De aantrekkingskracht van boulderen zit vooral in de fysieke en mentale uitdaging, in combinatie met de sociale context waarin de sport wordt beoefend.
Beachvolleybal is volgens de onderzoekers niet meer ‘booming’, maar een volwassen sport: de groei is eruit, maar de sport is verankerd. De andere vier sporten moeten nog bewijzen of ze tot volwassen sport uitgroeien.
Succesfactoren: voldoende locaties, erkenning en eigen identiteit
Er zijn verschillende succesfactoren voor een sport om blijvend een plekje in het sportlandschap te bemachtigen:
- Een nieuwe sport moet kenmerken van ‘sport’ bezitten, zoals spel, wedijver en fysieke beweging.
- Het helpt als de sport een eigen identiteit heeft. Bijvoorbeeld door onderscheidend te zijn in taal, kleding, attributen, gebruiken en geschreven en ongeschreven gedragsregels.
- Er moeten voldoende accommodaties of plekken binnen de openbare ruimte zijn om de sport te beoefenen. Het helpt als de sport wordt aangeboden bij commerciële aanbieders, maar ook bij verenigingen, omdat sporten daar vaak minder duur is. Daarnaast zijn veel sporters naast de activiteit ook op zoek naar een ‘clubgevoel’: anderen ontmoeten, samenzijn en sociale binding.
- De mate waarin de sport door de samenleving en sportorganisaties als sport wordt aangemerkt, is belangrijk. Daarbij gaat het ook om aansluiting vinden bij bestaande bonden van verwante sporten. En om erkenning van instituten zoals NOC*NSF en het Internationaal Olympisch Comité. Meer erkenning betekent meer kans om door te groeien.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | BIEB-1128 | Wordt niet uitgeleend |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl