Impact hoofdlijnenakkoord op gemeentelijk sportbeleid (2024)
Het kabinet is van plan de specifieke uitkeringen voor sport over te hevelen naar het gemeentefonds. Ook komt er een budgetkorting van 10 procent op dat fonds. Gemeentelijke beleidsmedewerkers sport zijn niet positief over dit plan. Ze zijn bang dat er zo minder geld voor sport overblijft. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder gemeenteambtenaren sport.
Sportambtenaren beoordelen de kabinetsplannen gemiddeld met een 4,7. Ze zijn wel positief over de vermindering van administratieve lasten door het plan. Bij de specifieke uitkeringen kwam namelijk veel administratief werk kijken.
Geen apart geld meer voor sport
De belangrijkste reden waarom sportambtenaren de overheveling van specifieke uitkeringen naar het gemeentefonds niet zien zitten, is dat het geld onderdeel wordt van politieke besluitvorming. Andere beleidsterreinen kunnen dan ook aanspraak maken op geld dat nu naar sport gaat. Dat kan ten koste gaan van de sportbegroting. Sportambtenaren zijn daarom voorstander van het oormerken van geld voor sport.
Sport pas aan de beurt na wettelijke taken
Sport is geen wettelijke taak voor gemeenten. Zonder geld dat speciaal voor sport bestemd is, bestaat daardoor het risico dat sport pas na de wettelijke taken aan de beurt komt. Zeker bij financiële tekorten in een gemeente.
Bij eerdere bezuinigingsrondes in gemeenten werd het sportbeleid wel vaak ontzien. Maar dat biedt geen garantie voor de toekomst.
Tegenstrijdige plannen
Sportambtenaren benoemen ook dat de budgetkorting tegenstrijdig is met een ambitie van het kabinet. Ze willen namelijk meer inzetten op preventie, inclusief sport en bewegen.
De beleidsmedewerkers sport verwachten dat de 10 procent budgetkorting vooral ten koste gaat van de inzet van buurtsportcoaches.
Vragenlijst onder sportambtenaren
Voor dit onderzoek hebben we in juni 2024 een vragenlijst uitgezet onder gemeenteambtenaren sport. Ambtenaren van 113 gemeenten hebben deze ingevuld. Dat is ongeveer een derde van alle gemeenten.