Een legitieme organisatievorm van full-contact vechtsport in de volgende fase
Sinds full-contact vechtsport in Nederland is geïntroduceerd, is deze tak van sport geteisterd door misstanden. Van sportscholen waar jonge kinderen vol op elkaars hoofd slaan en trappen tot schietpartijen op gala’s en evenementen. Ondanks deze misstanden zijn kickboksen, Muay Thai en MMA populaire sporten in Nederland, die steeds meer beoefenaars met verschillende achtergronden weten te bereiken. Ook is Nederland in deze sporten goed vertegenwoordigd op het internationale strijdtoneel met topvechters in organisaties als de UFC, Bellator en Glory. Vanwege de sportieve en maatschappelijke waarde van de sporten is er sinds 2017 een onafhankelijke toezichthouder die hier toezicht op houdt: de Vechtsportautoriteit.
De Vechtsportautoriteit heeft bij de oprichting een vijftal maatregelen meegekregen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die de VA ook grotendeels financiert. Deze zijn anno 2022 bijna volledig geïmplementeerd. Daarbij heeft de Vechtsportautoriteit ook taken opgepakt die niet door VWS geformuleerd waren en die niet per se passen binnen het takenpakket van een toezichthouder. Dit doet de vraag rijzen of de full-contact vechtsporten klaar zijn om zichzelf te reguleren, of dat een andere organisatievorm beter past. De onderzoeksvraag luidt daarom: ‘’Wat is volgens interne en externe stakeholders van de full-contact vechtsportsector in Nederland een legitieme organisatievorm voor deze sector?’’
In de Nederlandse sportwereld zijn grofweg drie soorten overkoepelende organisatievormen te onderscheiden: de bondsstructuur, de brancheorganisatie en de toezichthouder. Deze organisatievormen worden in deze scriptie toegelicht met behulp van wetenschappelijke literatuur. Door deze literatuur in verbinding te brengen met de verzamelde data vanuit interne en externe stakeholders, wordt er antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.
De Vechtsportautoriteit heeft te maken met interne stakeholders en externe stakeholders. Interne stakeholders zijn op dagelijkse, dan wel wekelijkse basis betrokken bij (de organisatie van) full-contact vechtsport. Externe stakeholders zijn minder intensief betrokken bij full-contact vechtsport, maar hebben wel belang bij dat deze sector gereguleerd is. In dit onderzoek worden zowel interne als externe stakeholders geïnterviewd, om erachter te komen wat hun opvattingen zijn over de legitimiteit van de Vechtsportautoriteit en om te onderzoeken wat zij een legitieme organisatievorm voor de toekomst van deze sporten vinden.
Uit de data blijkt dat de waarde van de Vechtsportautoriteit door zowel interne als externe stakeholders wordt onderschreven. Met name het gelijkere speelveld voor interne stakeholders zoals promotors en fullcontact vechtsportbonden is volgens de respondenten uit dit onderzoek waardevol gebleken. Er blijkt echter ook nog terrein te winnen wat betreft de zichtbaarheid van de organisatie en verschillende aspecten van de communicatie.
Over de organisatie van full-contact vechtsport in de volgende fase lopen de meningen van de geïnterviewde stakeholders uiteen. Stakeholders, die aangeven voor het behoud van de huidige situatie te zijn, benoemen vooral de obstakels voor een transitie naar een andere organisatievorm en de vergelijking met State Athletic Commissions in de Verenigde Staten als argument. Stakeholders, die voor de transitie naar de bondsstructuur zijn, vinden dit vooral wenselijk vanwege de middelen en mogelijkheden die hierdoor vrijkomen voor de sport en de erkenning van de sport binnen de structuur van NOC*NSF. Respondenten die pleitten voor de oprichting van een brancheorganisatie benoemen vooral de mogelijkheden om lobby’s te voeren richting de politiek, iets dat zij gemist hebben bij het toezicht van de Vechtsportautoriteit.
Al met al leidt de analyse van de verzamelde data tot inzicht in de legitimiteitsbeoordeling van stakeholders. Hieruit blijkt niet alleen dat de verwachtingen en oordelen van interne en externe stakeholders verschillen, maar ook dat er sprake kan zijn van tegenstrijdige opvattingen en belangen tussen interne stakeholders onderling. Bij de geïnterviewde externe stakeholders lijkt dit minder het geval. Zodoende wordt de Vechtsportautoriteit door sommige interne stakeholders beoordeeld op de uitvoering van taken die niet tot het pakket met kerntaken behoren. Dit beïnvloedt desalniettemin de legitimiteit.
Met betrekking tot de organisatie in de volgende fase blijkt oud zeer sommige interne stakeholders tegen te houden in het nadenken over een transitie naar een andere organisatievorm. Interne stakeholders die deze transitie wel zien zitten geven aan dat zij voornamelijk mogelijkheden tot groei van de sporten zien. De externe stakeholders uit dit onderzoek houden zich meer afzijdig van een oordeel over een mogelijke organisatievorm van de volgende fase. Wel benomen zij regelmatig de praktische voordelen van de transitie naar een bondsstructuur. Tot slot benoemen bijna alle respondenten uit dit onderzoek dat het toezicht van de VA de eerstkomende jaren moet blijven. Ook als er een transitie naar een andere organisatievorm wordt ingezet.