De invloed van het betrekken van de doelgroep bij publieke waarde(n)creatie op de legitimiteit en steun van maatschappelijke activiteiten van BVO’s
Sport wordt door overheden, maatschappelijke organisaties en private organisaties als belangrijk geacht om maatschappelijke doelstellingen te verwezenlijken (Lucassen, J., & Van Kalmthout, 2015). Overheidsbeleid wordt steeds meer toegespitst op de Plus Sport-benadering (Coalter, 2006). Ook in de Betaald Voetbal sector hebben het erkennen en uitdragen van maatschappelijke verantwoordelijkheden zijn intrede gedaan (Breithbarth, & Harris, 2008). De Betaald Voetbal Clubs (hierna: BVO’s) sluiten hiertoe publieke partnerschappen met stakeholders om gezamenlijk aan publieke waarde(n)creatie te doen (Alford & O,Flynn, 2012). Echter, door deze netwerkgerichte manier van publieke waarde(n)creatie, wordt de samenleving niet of nauwelijks betrokken bij dit proces. Hierdoor wordt kennis vanuit de samenleving niet meegenomen in het proces, terwijl het doel van publieke waarde(n)creatie gericht is op deze samenleving. Vargo & Lusch (2004) en Prahalad & Ramaswamy (2004) zeggen dan ook dat het creëren van publieke waarden alleen kan in samenwerking of samenspraak met de ‘samenleving’, oftewel: de doelgroep van een maatschappelijk project. Het niet betrekken van de doelgroep kan leiden tot het verlies van steun en legitimiteit (Provan & Brinton Milward, 2001). Daarom beveelt Van Eekeren (2016) in zijn proefschrift ‘De Waardenvolle Club’ aan om de doelgroep bij het proces van publieke waarde(n)creatie te betrekken door het gebruik van de theorie van verandering. Dit kan volgens Van Eekeren (2016) meer legitimiteit vanuit de doelgroep opleveren, aangezien zij daarmee invloed kunnen uitoefenen op de publieke waarde(n)creatie.
Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of het betrekken van de doelgroep bij publieke waarde(n)creatie leidt tot meer legitimiteit en steun van de maatschappelijke activiteiten, waarbij de theorie van verandering als systematiek is gebruikt. Hiertoe is de volgende centrale onderzoeksvraag opgesteld: Welke invloed heeft het betrekken van de doelgroep van maatschappelijke activiteiten door BVO’s bij publieke waarde(n)creatie middels de theorie van verandering op de legitimiteit en steun van deze maatschappelijke activiteiten?
Om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag is de doelgroep betrokken bij het creëren van publieke waarden voor twee maatschappelijke projecten van Stichting Willem II Betrokken: Playing for Success en de Blindentribune. Dit is gedaan middels participatief actieonderzoek, waarbij een onderzoeksnetwerk is opgesteld. Binnen dit participatieve actieonderzoek is gebruik gemaakt van de kennis van enkele externe deskundigen, semigestructureerde interviews, documentanalyse en een observatie.
Met deze onderzoeksopzet als basis, laat dit onderzoek zien dat het betrekken van de doelgroep bij publieke waarde(n)creatie kan leiden tot meer legitimiteit van de maatschappelijke activiteiten, maar dat dit afhankelijk is van de maatschappelijke activiteit. Playing for Success is een project waarbij Stichting Willem II Betrokken enkel een faciliterende en ondersteunende rol heeft. De projectpartner bewaakt de kwaliteit van het curriculum, de uitvoerenden verzinnen de activiteiten binnen het curriculum. Hierdoor kan de doelgroep niet tot nauwelijks invloed uitoefenen. Doordat Playing for Success (deels) aan de verwachtingen van de doelgroep voldoet, kennen zij wel legitimiteit toe, ook al is de invloed vanuit de doelgroep nihil. Daarentegen is de doelgroep bij de Blindentribune in het beginstadium veelvuldig betrokken, waardoor de invloed vanuit de doelgroep groter is. Dit komt doordat de projectpartner enkel een adviserende rol heeft en Stichting Willem II Betrokken verantwoordelijk is, samen met de verslaggevers, voor de uitvoering. Dit betekent dat de betrokkenheid vanuit de doelgroep om gezamenlijk publieke waarden te creëren, groter is.
Op basis hiervan wordt aanbevolen om, waar mogelijk, de doelgroep te betrekken bij het initiëren van een maatschappelijke activiteit, zodat de betrokkenheid, en daarmee de legitimiteit, geoptimaliseerd kan worden. Hierbij is het afhankelijk van de maatschappelijke activiteit hoe groot de invloed vanuit de doelgroep kan zijn, aangezien de kwaliteit van een maatschappelijke activiteit niet moet leiden onder een te grote invloed van de doelgroep.