Een sluipend proces
een studie naar de institutionele context van (crimineel) ondermijnend gedrag in het voetbal
Amateur voetbalverenigingen zijn kwetsbaar voor (criminele) ondermijning. De inmenging van bijvoorbeeld een grote sponsor kan ondermijnend werken als die bepaalde eisen stelt, of als de club te afhankelijk is van die ene sponsor. Zodra er veel geld mee gemoeid is, gelegenheidsspelers worden aangetrokken en de sponsor grote prestaties van met name het eerste elftal verwacht, is dat niet goed voor een club.
In het onderzoeksrapport Een sluipend proces beschrijven onderzoekers van de Universiteit Utrecht het ethische klimaat waarin dit kan ontstaan. Tegenstand bieden aan ondermijning is niet eenvoudig, juist omdat deze geleidelijk ontstaat, en ook moeilijk strafbaar is. Ineens blijkt een vereniging dan soms te ver gegaan. Schaamte over genomen besluiten en soms de vrees voor een faillissement of bezoek van de FIOD kunnen de problemen dan verergeren. Toch kunnen clubs, KNVB en gemeenten wel degelijk iets doen en de weerbaarheid van verenigingen tegen ondermijning vergroten, aldus de onderzoekers.
Conclusie: verenigingen moeten hun weerbaarheid vergroten
Criminele ondermijning van amateurvoetbalclubs is een probleem dat zich niet gemakkelijk laat temmen op basis van één, of enkele simpele oplossingen. Het is een proces dat aandacht vereist voor verhoudingen tussen alle betrokkenen. Er zijn ook niet per se schuldigen aan te wijzen, zoals blijkt uit de aard van het sluipende proces. Oplossingen moet dus vooral gezicht worden in de richting van het voorkomen van risico’s en het trainen van weerbaarheid tegen pogingen tot ondermijning, aldus de onderzoekers.
Naast de mogelijkheden die verenigingen zelf hebben om interventies te plegen, blijkt dat de mogelijkheden van de KNVB en gemeentes nog onderbenut blijven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de rol van de gemeente, die horecavergunningen verlenen en in veel gevallen ook eigenaar zijn van de accommodaties – waaraan zij dus voorwaarden kunnen stellen. Of aan de rol van de KNVB ten aanzien van het signaleren van ongeregeldheden. De KNVB zou bijvoorbeeld bij een vereniging kunnen informeren wat de achtergrond is van bepaalde signalen die zij over de vereniging ontvangen (bijvoorbeeld over de onverwacht sterke ontwikkeling en promotie van het eerste team) en ze zouden de financiële handel en wandel van de club nadrukkelijker en structureler kunnen monitoren als zich binnen de club ontwikkelingen voordoen die passen bij het patroon van criminele inmenging.
Verder is het zaak op prestaties gerichte sportclubs meer bewust te maken van hun kwetsbaarheid voor criminele beïnvloeding en hoe zij daar in morele zin betere keuzes in kunnen maken. Dat is nog weinig ontwikkeld, constateren de onderzoekers. Het is belangrijk dat bonden, koepelorganisaties en gemeenten aandacht besteden aan de organisatiecultuur en de sociale context (zoals bewustwording en binding) van verenigingen. Daardoor kunnen signalen eerder opgepikt worden en kan de weerbaarheid van verenigingen tegen ondermijningspraktijken worden vergroot.