De inzet van meetinstrumenten voor motorische vaardigheden door scholen en gemeenten
factsheet 2022/28
Vier op de vijf scholen in het primair onderwijs meten de motorische vaardigheden van leerlingen. Ook 70 procent van de gemeenten gebruikt inmiddels een meetinstrument voor motorische vaardigheden. Dat is een flinke toename ten opzichte van eerdere jaren. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
In 2013 was dit één derde van de scholen en in 2017 twee derde. Van de gemeenten deed in 2019 47?procent dit.
Vaker metingen door vakleerkracht
Op scholen waar het bewegingsonderwijs (deels) door een vakleerkracht gegeven wordt, wordt sinds 2017 vaker een meetinstrument voor motorische vaardigheden gebruikt.
Tussen 2013 en 2017 was ook een stijging te zien op scholen waar het bewegingsonderwijs door een groepsleerkracht gegeven werd. Sinds 2017 is dit aandeel ongeveer gelijk gebleven.
Doel metingen: houvast voor leraren
Het voornaamste doel van gemeenten voor de inzet van een meetinstrument is: leraren houvast geven voor het afstemmen van de inhoud van de les bewegingsonderwijs. Een ander veel genoemd doel is de inzet van vakleerkrachten kunnen sturen (49%).
Het testen draagt maar in beperkte mate bij aan deze doelen.
Gebruik van uitkomsten is lastig
Veel gemeenten ervaren belemmeringen bij het gebruik van de uitkomsten van de meetinstrumenten. Zo ervaart 18 procent belemmeringen op het gebied van extern beheer (bijvoorbeeld AVG).
De uitkomsten kunnen hierdoor niet altijd omgezet worden naar (beleids)acties. Het is van belang dat gemeenten goede afspraken maken met testeigenaren en scholen over databeheer.
Steeds meer aandacht op beleidsniveau
De toename van de inzet van meetinstrumenten voor motorische vaardigheden bij scholen en gemeenten is wellicht gerelateerd aan de groeiende aandacht voor het meten van motorische vaardigheden op beleidsniveau. Een voorbeeld hiervan is het Nationaal Sportakkoord.
Peilingen onder scholen en gemeenten
Voor dit onderzoek hebben we data onder gemeenten verzameld via het panel van de Vereniging Sport en Gemeenten. Daarnaast hebben we de peiling bewegingsonderwijs van het Mulier Instituut gebruikt.