Sport en bewegen in de buurt (2022)
bekendheid van Nederlanders met sportieve buurtactiviteiten en de buurtsportcoach, factsheet 2021/24
Steeds meer Nederlanders geven aan dat het sport- en beweegaanbod in de buurt bedoeld is voor specifieke doelgroepen. Bijvoorbeeld kinderen, ouderen of mensen met een beperking. Zij zien minder vaak sport- en beweegactiviteiten die voor alle inwoners van de buurt bedoeld zijn. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Bekendheid met de buurtsportcoach neemt toe
Bijna drie op de tien (29%) Nederlanders weten of in de eigen buurt een speciale functionaris actief is die sport- en beweegactiviteiten organiseert of stimuleert (ook wel buurtsportcoach genoemd). Dat is meer dan in 2020 (25%) en 2018 (21%). Dat het grootste deel van de Nederlanders (71%) hier niet bekend mee is kan komen doordat buurtsportcoaches zich inzetten voor specifieke doelgroepen of doordat ze niet in iedere buurt van de gemeente actief zijn.
Wandelingen en fietstochten populair
Het aantal georganiseerde sport- en beweegactiviteiten in de buurt neemt sinds 2014 af. De meest voorkomende activiteiten zijn wandelingen (32%) en fietstochten (20%). Ten opzichte van 2020 zijn deze activiteiten het afgelopen jaar iets vaker georganiseerd.
Deelnemers aan sport- en beweegactiviteiten in de buurt hebben het vaakst meegedaan aan een georganiseerde wandeling (23%) of fietstocht (18%). Dit is in lijn met de toegenomen populariteit van wandelen en fietsen tijdens de coronapandemie.
Meer aandacht voor doelgroep 55-plussers gewenst
26 procent van de Nederlanders verwacht in de komende jaren deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten in de buurt. Onder 55-plussers is dit 18 procent. Dit is een van de doelgroepen waar buurtsportcoaches zich vaker op richten. Het is belangrijk samen met deze doelgroep na te gaan wat voor sport- en beweegaanbod aansluit bij hun voorkeuren.
Peilingen onder Nederlanders van 16-80 jaar
De resultaten komen uit het Nationaal Sportonderzoek (NSO): peilingen onder Nederlanders van 16-80 jaar. Deze peilingen zet het Mulier Instituut elke twee jaar uit met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).