Posttraumatische stress-stoornis (PTSS) in relatie tot sport en bewegen

Naar schatting hebben 350.000 tot 1,2 miljoen mensen in Nederland een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Mensen met PTSS hebben last van depressieve en angstgevoelens, prikkelbaarheid en vermijdingsgedrag. Sport en bewegen kan helpen om deze klachten te verminderen. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek van het Mulier Instituut.

Regelmatig sporten en bewegen draagt bij aan beter slapen, minder gebruik van middelen zoals alcohol en drugs, een verbeterde kwaliteit van leven en een gezonder gewicht. Sporten en bewegen helpt niet om het trauma dat heeft geleid tot PTSS te verwerken.

Beter iets dan niets
Voor sport en bewegen bij mensen met PTSS geldt: beter iets dan niets doen. Alle kleine beetjes helpen. Rustig beginnen en de hoeveelheid en intensiteit van bewegen langzaam opbouwen zijn belangrijk.

Aanmoediging en begeleiding door een sport- of beweegprofessional kan helpen om sport en bewegen te integreren in het leven van iemand met PTSS.

Maatwerk is belangrijk
De klachten die iemand ervaart, de fase van PTSS en het type trauma kunnen van invloed zijn op de meest geschikte vorm van sport en bewegen. Door de enorme diversiteit binnen de doelgroep is maatwerk van sport- en beweegaanbod essentieel.

In de praktijk worden verschillende vormen van sport en bewegen ingezet voor mensen met PTSS. Yoga, boksen en krachttraining/fitness worden bijvoorbeeld veel gebruikt.

Verkennend onderzoek Dit onderzoek bestond uit literatuuronderzoek en gesprekken met verschillende professionals en wetenschappers die actief zijn op het gebied van PTSS. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Fonds Gehandicaptensport.