Consumentenuitgaven aan sport 2019-2021
In 2021 bleven de uitgaven van consumenten aan actieve sportbeoefening ten opzichte van 2019 op peil. Ze gaven minder uit aan commercieel sportaanbod, maar juist meer aan sportartikelen, mogelijk om te kunnen sporten in de privéomgeving of in de openbare ruimte. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Sportuitgaven niet bovenaan lijstje bezuinigingen
35 procent van de Nederlandse huishoudens heeft in 2021 bezuinigd op sportuitgaven. Veel vaker werd bezuinigd op uitgaan (73%), uit eten of drinken (68%) en vakanties (64%). In 2019, vóór corona, stonden uitgaven voor sport ook niet bovenaan het bezuinigingslijstje.
Lidmaatschap ontzien bij bezuinigingen op sportuitgaven
25 procent van de huishoudens met één of meerdere sporters gaf in 2021 minder uit aan een lidmaatschap van de sportvereniging. 29 procent gaf minder uit aan sporten bij een commerciële aanbieder. Dit beeld strookt met dat van 2019.
Prijsdrempel om te sporten wordt hoger voor groep die weinig sport
In huishoudens met een benedenmodaal inkomen zijn minder vaak sporters aanwezig dan in huishoudens met een bovenmodaal inkomen (20% vs. 31%). Juist deze huishoudens:
- zagen hun vrij besteedbaar inkomen vaker dalen (33%, tegenover 11% bij huishoudens met een bovenmodaal inkomen);
- zien de kosten vaker als bezwaar om te sporten (47%, tegenover 17% bij huishoudens met een bovenmodaal inkomen).
Uitgaven voor sportbeoefening
Dit onderzoek gaat over uitgaven voor actieve sportbeoefening. De resultaten zijn gebaseerd op data van het Nationaal SportOnderzoek 2019 en 2021 van het Mulier Instituut. Via het panel van Ipsos is een representatieve groep van 1.500 (in 2019) en 1.502 Nederlanders (in 2021) van 16-79 jaar ondervraagd.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | BIEB-859 | Wordt niet uitgeleend |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl