Bewegingsonderwijs en sport in het primair onderwijs 2021: 2-meting
Deze 2-meting geeft inzicht in de stand van zaken rond het bewegingsonderwijs en sport dat op basisscholen in Nederland wordt gegeven en op de ontwikkeling daarvan. Dit is een derde meting onder ruim 800 schoolleiders in het primair onderwijs. De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op vragenlijstonderzoek onder 839 schoolleiders in het primair onderwijs. De vragenlijst is uitgezet via het Directeurenpanel PO en onder directeuren uit de onderwijsdatabase van DUO Onderwijsonderzoek. Het onderzoek is verricht door het Mulier Instituut met ondersteuning van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In het schooljaar 2020/2021 zette 44 procent van de basisscholen een vakleerkracht of een combinatie van vak- en groepsleerkrachten in voor het bewegingsonderwijs in groep 1-2. In groep 3-8 was dat 77 procent. Dat is beide aanzienlijk meer dan in 2016/2017 (toename van 23% en 59%).
Veel variatie in lestijd bewegingsonderwijs in groep 1-2: de gemiddelde ingeroosterde lestijd voor bewegingsonderwijs in groep 1-2 is iets gestegen: van 113 minuten per week in 2016/2017 naar 119 minuten per week. Wel verschilt deze sterk per school. 27 procent van de scholen roostert minder dan 90 minuten per week in, 27 procent precies 90 minuten en 45 procent meer dan 90 minuten.
In groep 3-8 is de gemiddelde ingeroosterde lestijd voor bewegingsonderwijs met 91 minuten per week ongewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. Ook hier is de variatie groot.
Meer hulp voor kinderen met motorische achterstand, vooral door vakleerkrachten: ruim twee op de vijf scholen (44%) bieden extra ondersteuning aan kinderen met een motorische achterstand. Dit is een ruime verdubbeling ten opzichte van 2016/2017 (20%).
Met name op scholen met alleen vakleerkrachten (59%) of een combinatie van vak- en groepsleerkrachten (51%) wordt extra ondersteuning geboden. Die bestaat meestal uit Motorische Remedial Teaching (in 36% van de gevallen).
Schoolleiders zien belang van beweegstimulering op school: bijna alle schoolleiders (90%) zijn van mening dat alle scholen naast de lessen bewegingsonderwijs andere beweegvormen moeten stimuleren. Op 73 procent van de scholen zijn er wekelijks of dagelijks beweegmomenten tussen/tijdens lessen. 48 procent biedt minimaal wekelijks bewegend leren aan.
Beweeginterventies, zoals The Daily Mile of Beweegwijs, worden nog relatief weinig gebruikt en weinig frequent uitgevoerd (10% minimaal wekelijks).
Er zijn ook al metingen geweest in 2012/2013 (0-meting) en 2016/2017 (1-meting), waardoor op een aantal punten ontwikkelingen in kaart gebracht konden worden.
Meer informatie over lestijden en bevoegdheden van leerkrachten bewegingsonderwijs is te vinden in het factsheet ‘Lesuren en leerkrachten bewegingsonderwijs in het primair onderwijs’.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | BIEB-844 | Wordt niet uitgeleend |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl