Landelijke en lokale uitgaven aan gezondheidsbevordering
een nulmeting
Het RIVM en Cebeon (Centrum Beleidsadviserend Onderzoek) hebben voor het eerst in kaart gebracht hoeveel geld gemeenten hebben uitgegeven aan gezondheidsbevordering. Het gaat hierbij om uitgaven aan de gemeentelijke taken voor volksgezondheid en om sporten te stimuleren. Die blijken laag te zijn en de financiering is vaak tijdelijk. In Nederland is in 2019 gemiddeld per inwoner 21 tot 23 euro aan gezondheidsbevordering uitgegeven.
Hiervan ging iets meer dan de helft naar activiteiten die mensen stimuleren om te sporten (14 euro). Aan andere activiteiten om een gezonde leefstijl te bevorderen gaven gemeenten gemiddeld ruim 6 euro per inwoner uit. Daarvan is 2 euro bestemd voor het werk dat een gemeente hiervoor doet, 1 voor GGD’en en 3 euro voor andere organisaties die door de gemeenten worden betaald. De rijksoverheid gaf 2,5 euro per inwoner uit aan programma’s met activiteiten om regionaal of lokaal de gezondheid te bevorderen. Als vergelijking: in 2019 is ongeveer 5000 euro per inwoner uitgegeven aan geneeskundige en langdurige zorg samen.
Dit onderzoek is op verzoek van het ministerie van VWS uitgevoerd. Indirecte kosten die de gezondheid bevorderen uit andere domeinen, zoals voor betere toegang tot werk en onderwijs of armoedebestrijding, zijn niet meegenomen.