Homo-acceptatie in het betaald mannenvoetbal
een onderzoek in opdracht van de Alliantie Gelijkspelen 4.0
De Alliantie Gelijkspelen – een netwerkorganisatie van verschillende partijen, waaronder NOC*NSF en de John Blankenstein Foundation (JBF) – voert sinds 2008 beleidsprogramma’s uit in opdracht van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) en Volksgezondheid, Welzijnen Sport (VWS).
Deze programma’s zijn gericht op LHBT-acceptatie in de sportwereld en in de georganiseerde wedstrijdsport in het bijzonder. Vanuit het lopende beleidsprogramma Alliantie Gelijkspelen 4.0 (2018-2021) heeft de JBF als penvoerder samen met de Vereniging van Contractspelers (VVCS) het Mulier Instituut gevraagd ondersteunend onderzoek te verrichten.
Deze deelstudierapportage onderzoekt de acceptatie van homoseksualiteit in het betaald mannenvoetbal. Van alle 1.044 betaaldvoetbalspelers in Nederland heeft 11 procent de vragenlijst ingevuld (n=118; Nederlandstalig n=105; Engelstalig n=13).
De belangrijkste resultaten uit dit onderzoek zijn:
- Onvoldoende voor algemene homo-acceptatie: profvoetballers geven de algemene acceptatie van homoseksualiteit in het betaald voetbal een forse onvoldoende (4,6), vooral wat acceptatie door supporters betreft.
- Zelf geen probleem met homoseksualiteit: een overgrote meerderheid van de mannelijke profvoetballers heeft zelf geen enkel probleem met homoseksualiteit en zou een homoseksuele medespeler openlijk steunen. Twee derde vindt het geen probleem om met homoseksuele mannen te douchen.
- Draagvlak voor maatregelen, maar vooral buiten de eigen club: onder spelers bestaat veel draagvlak voor het bespreekbaar maken van homonegativiteit en maatrelen ter vergroting van de homo-acceptatie. Voor hun eigen rol en die van hun club daarbij hebben spelers maar beperkt oog.
- Homosexualiteit: volgens drie op de tien spelers worden in hun team regelmatig grappen of negatieve opmerkingen gemaakt over homoseksualiteit. Spelers zien dit soort homogerelateerde uitingen over het algemeen als onschuldige omgangsvormen die niet kwetsend bedoeld zijn.
- Sancties: onder spelers is weinig draagvlak voor het bestraffen van homonegatieve uitingen van spelers zelf: de helft vindt dat scheidrechters niet in hoeven te grijpen.
- Sociale omgeving: meer dan de helft van de profvoetballers kent een of meer homomannen in hun sociale omgeving, maar niemand kent een speler of stafleden in het betaald voetbal.
- Geloof: gelovige spelers (veelal met migratieachtergrond) staan negatiever tegenover homoseksuele medespelers en maatregelen ter bevordering van de homo-acceptatie in het betaald mannenvoetbal.
Deze bevindingen zijn vergelijkbaar met die over homo-acceptatie in het mannentophockey.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | WNS-TB-0011 | Beschikbaar |
Mulier Instituut | BIEB-787 | Wordt niet uitgeleend |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl