Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Ouders van kinderen met een beperking of ontwikkelingsprobleem over zwemveiligheid en zwemlessen

Auteur(s): Jarno Hilhorst

In najaar 2020 werd een online enquête verspreid onder ouders van kinderen met een beperking of ontwikkelingsprobleem. 310 ouders beantwoordden allerlei vragen over ervaringen met zwemlessen, deelname aan zwemmen en zwemveiligheid. Het blijkt onder andere dat:

  1. De meeste kinderen rond 5 jaar (38%) beginnen met zwemlessen, ze langer dan twee jaar (55%) op zwemlessen zitten en ze er langer dan leeftijdsgenoten over doen om hun zwemdiploma A te halen (55% >70 klokuren).
  2. 13 procent van deze kinderen geen zwemdiploma haalt en 45 procent van de ouders aangeeft dat hun kind na het zwemlestraject niet zelfredzaam in het water is.
  3. 80 procent van de ouders tevreden is over de kwaliteit van zwemlessen, twintig procent niet. Twee derde is tevreden over de kennis van zwemonderwijzers, een derde niet. Ouders van kinderen in reguliere lesgroepen zijn veel minder tevreden dan ouders van kinderen in speciale lesgroepen.
  4. 37 procent van de ouders wel eens is overgestapt naar een andere zwemlesaanbieder vanwege ontevredenheid over de manier van lesgeven of de kwaliteit van de lessen.
  5. 93 procent van de kinderen wel eens zwemt tijdens vakanties, een groot deel van de kinderen (43%) 6-12 keer per jaar zwemt na het zwemlestraject en bijna alle ouders (90%) blijven zwemmen belangrijk vinden.
  6. 34 procent van deze kinderen (die nog niet meedoet) interesse heeft om vaker mee te doen aan zwemmen (als sport) of andere wateractiviteiten.
  7. 29 procent van de kinderen (ook) zwemles heeft op school en 67 procent van de ouders het belangrijk vindt dat hun kind zwemles op school krijgt.
Literatuurverwijzing: Hilhorst, J. (2021). Ouders van kinderen met een beperking of ontwikkelingsprobleem over zwemveiligheid en zwemlessen. Ede: Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ).

Omschrijving