Spring naar content
Terug naar de kennisbank

De regionale aanpak voor sporten en bewegen voor mensen met een beperking

De regionale samenwerkingsverbanden zijn opgezet in het kader van het gehandicapten-sportprogramma Grenzeloos actief (2015-2019). De meeste verbanden zijn sinds 2019 zelfstandig blijven voortbestaan, waarmee de doelstelling van het beleidsprogramma Grenzeloos actief is bereikt.

Het doel van dit onderzoek, uitgevoerd door het Mulier Instituut met ondersteuning van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is om kennis te verzamelen over de werking van het regionaal samenwerkingsverband en de rol van de regiocoördinator daarbinnen. Dit rapport beantwoordt de volgende onderzoeksvragen:

  1. Wat zijn de doelen en taken van het regionaal samenwerkingsverband ten aanzien van mensen met een beperking?
  2. Welke rollen en taken vervullen de regiocoördinatoren daarbinnen?
  3. In hoeverre is sprake van een verandering in de taken, werkzaamheden en middelen van de samenwerkingsverbanden en regiocoördinatoren als gevolg van het Nationaal Sportakkoord?
  4. Wat zijn de belemmeringen en stimulansen bij het realiseren van de doelstellingen van het regionaal samenwerkingsverband?

Voor dit onderzoek hebben de onderzoekers van het Mulier Instituut een online vragenlijst uitgezet onder regio-coördinatoren van regionale samenwerkingsverbanden. In totaal hebben 35 regiocoördinatoren de vragenlijst volledig ingevuld, een respons van 70 procent.

De belangrijkste bevindingen van het onderzoek zijn:

  • Bij de meerderheid van de regionale samenwerkingsverbanden voor inclusief sporten en bewegen loopt de samenwerking goed, maar over de financiële borging bestaan nog zorgen.
  • Het lukt de samenwerkingsverbanden in veel gevallen om lokale/regionale partners te betrekken bij de ontwikkeling van beleid en activiteiten op het gebied van inclusief sporten en mensen met een beperking.
  • Om dit succes voort te kunnen zetten moeten beleidsmakers en organisaties aandacht hebben voor de behoeftes van de regiocoördinatoren. Ze hebben het meest behoefte aan financiële zekerheid: minder dan de helft van de regiocoördinatoren beoordeelt de financiële borging van het regionaal samenwerkingsverband als goed.
  • Mensen met een beperking vormen nog steeds de meest voorkomende doelgroep van de regionale samenwerkingsverbanden, maar de afgelopen jaren is er ook steeds meer aandacht voor mensen met een lage sociaaleconomische status, ouderen en LBHT-personen.
  • In de rolverdeling binnen het samenwerkingsverband staat de regiocoördinator centraal: deze neemt de regie in bijna drie kwart van de verbanden. Het werk van de regiocoördinator wordt vooral aangevuld door buurtsportcoaches, die op lokaal niveau werken.
  • Het betrekken van ervaringsdeskundigen kan beter. 
  • De regiocoördinator heeft veel verschillende taken, bijvoorbeeld in verband met de lokale uitvoering van landelijke initiatieven en het contact met regionale organisaties en stakeholders (zoals ziekenhuizen en zorgverzekeraars).
  • Volgens de regiocoördinatoren is communicatie de belangrijkste succesfactor voor een goede regionale samenwerking. Korte lijnen en regelmatig overleg dragen hieraan bij.
  • Een groot deel van de regiocoördinatoren wil graag kennis uitwisselen met andere verbanden, duidelijke afspraken maken over wie wat doet en meer beschikbare uren.
Literatuurverwijzing: Jonge, M. de, Gutter, K, & Lindert, C. van (2021). De regionale aanpak voor sporten en bewegen voor mensen met een beperking. Utrecht: Mulier Instituut.

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier Instituut HAND-TB-0007 Beschikbaar
Mulier Instituut BIEB-776 Wordt niet uitgeleend

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier Instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving