Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Positief sportklimaat bij sportverenigingen

vanuit het oogpunt van ouders en verenigingsbestuurders, factsheet 2020/46

Circa zes op de tien ouders beoordelen de sociale veiligheid (afwezigheid van ongewenst gedrag) tijdens wedstrijden en het pedagogisch klimaat binnen de vereniging met een rapportcijfer 8 of hoger. Bestuurders geven vaker hogere rapportcijfers dan ouders. Zo’n negen op de tien verenigingsbestuurders beoordelen de sociale veiligheid (tijdens wedstrijden) als goed en het pedagogisch sportklimaat krijgt van twee derde van de bestuurders een 8 of hoger. Om het sportklimaat plezieriger te maken en het pedagogisch handelen van trainers te verbeteren, is het belangrijk dat er een voortdurende dialoog is onder betrokkenen (kinderen, ouders, trainers, bestuurders) over voorwaarden voor en aandachtspunten van een pedagogisch sportklimaat. Sportverenigingen moeten blijvend worden gestimuleerd om op dit thema in te zetten en hierbij worden ondersteund door bonden en/of gemeenten.

Dit blijkt uit het factsheet ‘Positief sportklimaat bij de sportvereniging’. Daarin zijn de resultaten opgenomen van onderzoek naar de beleving van het sportklimaat op de sportvereniging, onder ouders van kinderen die sporten bij een vereniging en onder verenigingsbestuurders. Ouders werden bevraagd via het Nationaal Sport Onderzoek (NSO, zomer 2019) en verenigingsbestuurders via het Verenigingspanel van het Mulier Instituut (winter 2019/2020).

Andere resultaten zijn:

  • Ouders van kinderen die in een voetbalteam spelen en bestuurders van voetbalverenigingen beoordelen alle aspecten van een positief sportklimaat minder vaak als goed dan ouders en bestuurders van andere (team)sporten.
  • Bijna alle ouders (90%) en verenigingsbestuurders (89%) vinden spelplezier voor een kind belangrijker dan zijn of haar sportieve prestaties.
  • Bijna alle ouders (90%) denken dat hun kind zich veilig voelt in de sportgroep. Een kleine groep ouders stelt dat hun kind wordt gepest of buitengesloten (4%). Dit lijkt vaker het geval bij meer prestatief gerichte sportgroepen (6%) dan bij meer recreatief getypeerde groepen (2%).
  • Een deel van de ouders vindt dat de trainer teveel nadruk legt op spelplezier (16%) of sportieve prestaties (12%); dit laatste vindt één op de vijf ouders van kinderen in een prestatief gerichte sportgroep.
  • Bestuurders zien opvoedende verantwoordelijkheden voor de vereniging (71%) en voor de trainer (56%). Ouders zien opvoedende verantwoordelijkheden voor de vereniging (61%) en de trainer (46%) in iets mindere mate.
  • 84 procent van de verenigingsbestuurders geeft aan dat er bij de vereniging iets van huisregels, gedragsregels of afspraken over normen en waarden op papier staat. Alle voetbalbestuurders geven aan dat dit bij hen aanwezig is.
Literatuurverwijzing: Gutter, K, Kalmthout, J. van, & Reitsma, M. (2020). Positief sportklimaat bij sportverenigingen: vanuit het oogpunt van ouders en verenigingsbestuurders, factsheet 2020/46. Utrecht: Mulier Instituut.

Omschrijving