Monitor Sport en corona II
de gevolgen van de coronamaatregelen voor de sportsector
Het omzetverlies in de breedtesportsector (sportverenigingen, sportondernemers, gemeenten en sportbonden) komt in 2020 uit op 1,5 miljard euro. Na kostenbesparingen (350 miljoen euro) en compensatie uit diverse steunmaatregelen (450 miljoen euro) resteert een directe schade voor de breedtesportsector van ruim 700 miljoen euro. Deze schade wordt opgevangen door het aanspreken van reserves. Dit leidt tot aantasting van het investerings- en weerstandsvermogen van sportorganisaties en bedreigt het voortbestaan van deze organisaties.
Deze schattingen zijn opgenomen in de tweede monitor Sport en corona. De monitor geeft een beeld van de gevolgen van de coronamaatregelen voor het sport- en beweeggedrag en de organisatie en de financiering van de sport in Nederland.
Andere bevindingen uit de tweede monitor Sport en corona zijn:
- De sport- en beweegdeelname is gedurende de zomer van 2020 weer toegenomen, maar is nog steeds erg kwetsbaar en staat opnieuw onder druk door de coronamaatregelen afgekondigd in oktober en begin november. Er zijn grote verschillen in sport- en beweegdeelname naar opleidingsniveau, die door de coronamaatregelen worden versterkt.
- Zowel het omzetverlies als de directe schade in de breedtesport zitten vooral bij de sportondernemers (fitnesscentra, dansscholen, maneges, golfbanen e.d.). Vier op de vijf ondernemers in de sector Cultuur, sport en recreatie hadden een negatief bedrijfsresultaat in de eerste helft van 2020. De sportondernemers leiden gezamenlijk een omzetverlies van 1,2 miljard euro in 2020.
- Voor de topsport, het betaald voetbal en de evenementensector komt een ruwe schatting uit op een omzetverlies van 630 miljoen en 280 miljoen schade voor deze drie deelsectoren. Het beeld is dat slechts een beperkt deel van deze schade wordt gecompenseerd.
- Het omzetverlies in de gehele sportsector (breedtesport en topsport samen) komt uit op ruim 2,1 miljard euro en de schade voor de gehele sportsector op een miljard euro.
- Sportverenigingen hebben het zwaar, maar lijken tot nu toe relatief goed gecompenseerd te worden, omdat ze naast een beroep op generieke maatregelen, gecompenseerd worden met enkele sportspecifieke maatregelen. De overheid houdt zo een basisinfrastructuur van sportvoorzieningen en sportaanbod in stand.
- Verenigingen en sportbonden maken zich zorgen over de beschikbaarheid en belastbaarheid van vrijwilligers en terugloop van het ledenaantal, omdat nieuwe aanwas stagneert en de kwetsbare groepen hun lidmaatschap niet meer verlengen.
In de slotbeschouwing is aandacht voor de balans tussen de mate waarin sport en bewegen bijdragen aan het verspreiden van het coronavirus enerzijds, en de negatieve gezondheidseffecten van het letterlijk thuiszitten anderzijds. Aandachtspunt voor de korte termijn is hoe te zorgen dat het fysiek bewegen niet of zo weinig mogelijk wordt beperkt door de coronamaatregelen, teneinde mensen fit en weerbaar te houden. Aandachtspunt voor de lange termijn is te zorgen dat de vitaliteit van de bevolking een speerpunt wordt in het algehele herstelbeleid.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | SPIN-TB-0006 | Beschikbaar |
Mulier Instituut | BIEB-719 | Wordt niet uitgeleend |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl