Wandelgedrag van 55-plussers

Bij het stimuleren van sporten en bewegen bij ouderen wordt vaak gedacht aan het stimuleren van georganiseerd aanbod. Wandelen is echter een sport- en beweegactiviteit die 55-plussers het vaakst uitoefenen.

Het Mulier Instituut onderzoekt in dit factsheet het wandelgedrag van ouderen. De uitkomsten zijn afkomstig uit het Nationaal Sportonderzoek dat het Mulier Instituut in het voorjaar van 2020 heeft uitgevoerd. In het onderzoek is specifiek gevraagd naar het wandelgedrag van 55-plussers.

De belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek zijn:

• 20 procent van de 55-plussers geeft aan dat zij de afgelopen twaalf maanden geen wandeling van minimaal een half uur heeft gemaakt. In het wandelgedrag is vrijwel geen verschil te zien tussen 55-64-jarigen en 65-79-jarigen of naar geslacht. Wel is er een verschil naar opleidingsniveau. Van de lager opgeleiden heeft een kwart de afgelopen twaalf maanden niet gewandeld, terwijl dit bij de hoger opgeleiden slechts één op de tien is.
• 80 procent van de 55-plussers wandelt wel. Over het algemeen geldt hoe langer de wandeling, hoe minder frequent de 55-plusser wandelt.
• Dagelijkse wandelingen duren nooit meer dan 2 uur. Zo’n 15 procent maakt sporadisch lange wandelingen van meer dan 4 uur.
• Wandelen gebeurt veelal alleen of met de partner. Ongeveer 10 procent van de ouderen geeft aan in (informele) groepjes te wandelen.
• 5 procent van de 55-plussers doet mee aan wandelevenementen.

Wandelen is door zijn laagdrempelige karakter voor ouderen een belangrijke activiteit om te blijven bewegen. Een goede lokale wandelinfrastructuur is voor ouderen van groot belang.