Inzet meetinstrumenten voor motorische vaardigheden en leerlingvolgsystemen
factsheet 2020/15
Het Mulier Instituut monitort jaarlijks sinds 2013 diverse aspecten van het bewegingsonderwijs in een van de verschillende onderwijsvormen, waaronder het gebruik van een leerlingvolgsysteem (LVS). Daarnaast is er in 2019 een vragenlijst uitgezet onder het panel van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG). 173 gemeenten hebben deze vragenlijst ingevuld.
Dit factsheet bevat de bevindingen van het onderzoek. De belangrijks resultaten zijn:
- De helft (47%) van de gemeenten geeft aan meetinstrumenten voor het meten van motorische vaardigheden te gebruiken. Twee derde (66%) van de scholen in het primair onderwijs gebruikt een meetinstrument om de motorische vaardigheden van leerlingen te meten. Dit geldt voor een op de vijf (20%) scholen in het voortgezet onderwijs en de helft van de scholen in het speciaal (48%) en praktijk onderwijs (50%).
- Het percentage scholen in het primair onderwijs en praktijkonderwijs dat een meetinstrument voor motorische vaardigheden in het bewegingsonderwijs gebruikt, is sinds 2017 toegenomen.
- Het percentage scholen in het voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs dat een meetinstrument voor motorische vaardigheden in het bewegingsonderwijs gebruikt, is sinds 2017 afgenomen.
- 91% van de gemeenten die motorische vaardigheden meten, doet dit bij kinderen van 4 t/m 12 jaar oud.
Per 6 november 2020 is een correctie aangebracht in figuur 2. Deze is verwerkt in het bijgevoegde document.
Literatuurverwijzing: Jonge, M. de, Singh, A.S., & Lucassen, J.M.H. (2020). Inzet meetinstrumenten voor motorische vaardigheden en leerlingvolgsystemen: factsheet 2020/15. Utrecht: Mulier Instituut.