Physical activity and physical fitness in children with chronic conditions
De fysieke activiteit en fysieke fitheid van kinderen met een chronische aandoening is slechter dan die van gezonde leeftijdsgenoten. Als gevolg hiervan zijn kinderen met een chronische aandoening beperkt in hun sociale participatie. Een lage fysieke activiteit en lage fysieke fitheid verhogen het risico op hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes.
Aangenomen wordt dat kinderen met een chronische aandoening dezelfde gezondheidsvoordelen ervaren van fysieke activiteiten als gezonde kinderen. Daarom is er een sterke verschuiving om bewegen te stimuleren bij kinderen met een chronische aandoening. Ondanks stimuleren van bewegen bij kinderen met Juveniele idiopathische artritis (JIA), ook wel jeugdreuma, zijn deze kinderen minder actief en brengen ze meer tijd door aan zittende/liggende activiteiten in vergelijking met gezonde leeftijdsgenoten.
Kinderen na een levertransplantatie zitten qua fitheid en activiteitenniveau op het niveau van normwaarden. Helaas scoorden beide groepen slecht met betrekking tot de beweegrichtlijn: één uur matig intensief bewegen, zeven dagen per week.
Voor kinderen met een chronische aandoening is het soms moeilijk om deel te nemen aan reguliere sportprogramma’s. Het stimuleren van bewegen voor gezondheidsvoordelen is een uitdaging en de intensiteit en duur van de activiteiten zijn moeilijk objectief te meten. Men moet er rekening mee houden dat fysieke activiteiten de juiste motorische vaardigheden vereisen om kinderen te laten deelnemen.
Trainingsprogramma’s thuis voor kinderen met Juveniele Dermatomyositis en via internet; Reumaatjes@Work, voor kinderen met JIA zijn veilig, vertonen een hoge therapietrouw, maar hebben geen positief effect op meer bewegen. Het is mogelijk dat de combinatie van beide programma’s wel leidt tot meer bewegen, maar dat moet verder onderzocht worden.