Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

factsheet 2019/2

Auteur(s): Remko van den Dool

Dit factsheet van het Mulier Instituut gaat in op veranderingen in de tijd in overtuigingen, motieven en belemmeringen voor sport en recreatief bewegen. De uitkomsten zijn gebaseerd op het Nationaal Sportonderzoek (NSO) van oktober 2011 en mei 2018. Op beide momenten zijn dezelfde vragen aan volwassenen gesteld.

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Sinds 2011 is de motivatie voor sport en bewegen gegroeid. In 2011 was 56 procent (meer of meest) gemotiveerd, in 2018 62 procent.
  • Mensen die weinig sporten en bewegen zijn het minst gemotiveerd (25%); mensen die veel sporten en bewegen zijn het meest gemotiveerd (89%).
  • Bijna niemand vindt dat het belang van sporten en bewegen voor de gezondheid wordt overdreven (in 2011: 18% mee eens; in 2018: 13%).
  • In beide jaren zijn gezondheidsgerelateerde redenen veruit het meest genoemd (lichaamsbeweging/gezondheid 80%, 2018. De reden gezelligheid/sociale contacten is in vergelijking met 2011 door volwassenen minder vaak genoemd om te sporten en bewegen (26% in 2018, 30% in 2011). 
  • Tijdgebrek vanwege werk, studie of gezin is de meest genoemde belemmering om te sporten en bewegen (43% in 2018 en 40% in 2011). Meer mensen noemen beperkte motivatie/niet leuk als belemmering om te sporten en bewegen (25% in 2018 en 20% in 2011).
Literatuurverwijzing: Dool, R. van den (2019). Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen: factsheet 2019/2. Utrecht: Mulier Instituut.

Omschrijving