Bewegen op de kaart in en om woonzorgcentra en verpleeghuizen
eindrapportage
In 2015 is het project ‘Bewegen op de kaart in en om woonzorgcentra en verpleeghuizen’ gestart.
Kern van dit project:
- Locaties melden zichzelf aan omdat zij een intensivering willen van hun aandacht voor bewegen/actief zijn
- Het gaat vooral om het goede onderlinge gesprek tussen bewoners, familie, vrijwilligers en uiteenlopende professionals.
- Werken volgens vaste stappen aan maatwerk per locatie
- Externe coaches helpen locaties door positieve en negatieve verwonderpunten te benoemen, nieuwe werkvormen voor het onderlinge gesprek te agenderen, feedback te geven op de interne organisatie en praktische tips te geven.
Het project is gestart in 2015 en eindigde op 31 december 2017. In alle 18 betrokken locaties is meer aandacht gekomen voor het belang van bewegen en actief zijn. Het samenwerken aan deze cultuurverandering heeft ook forse stappen voorwaarts gemaakt. Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat de resultaten erg uiteen lopen per locatie.
Uit de eindgesprekken die op iedere locatie hebben plaatsgevonden worden in dit kader de volgende zaken hoofdlijnen benoemd:
- Dankzij het benoemen van het onderwerp, de start met grote ‘bruisbijeenkomsten’, het vormen van werkgroepen die met concrete doelen aan de slag gingen, was op alle locaties meer aandacht voor bewegen en actief zijn.
- Voor veel locaties was een grote bruisbijeenkomst waar bewoners, familie, vrijwilligers en professionals met elkaar het gesprek aangaan een unicum en een belangrijke stap op beter samen te werken. Op de ene locatie is dat beter vastgehouden in de rest van het proces, dan op een andere.
- Dit project vond plaats in een roerige periode met heel veel veranderingsprocessen in betrokken organisaties. Er is veel verloop geweest onder trekkers op de werkvloer.
- In alle locaties zijn ook fysieke veranderingen gerealiseerd. Ook daar een brede variatie: beweegboxen per afdeling, inrichting extra bewegen/of fitnessruimtes, aanschaf hometrainers, Silverfittoestellen, tovertafels, duo-fietsen.
- In alle locaties speelde het teveel ‘overnemen’, het uit handen nemen van handelingen die bewoners ook zelf zouden kunnen doen een rol. Dit bleek een weerbarstig onderwerp. Het bewustzijn hierover is fors toegenomen, maar in het daadwerkelijk veranderen van gedrag zijn minder grote 3 stappen gezet dan verwacht. Wel hebben meerdere locaties plannen voor de komende jaren om dit onderwerp te blijven agenderen.
- Opvallend is dat veel locaties dit project locatiebreed begonnen, maar in de loop van de tijd de concrete activiteiten en cultuuromslag steeds meer toespitsen op een bepaalde etage of afdeling. Er was een enorme behoefte aan concretisering, om de resultaten toch ook zichtbaar te kunnen maken en successen te kunnen vieren.
- In het begin lag de behoefte tot ondersteuning vanuit de locaties vooral op andere manieren van agenderen van het onderwerp ‘bewegen en actief’ zijn’ en het aandragen van concrete tips en suggesties. Op veel locaties ontstond in de loop van het project vooral behoefte aan coaching on the job. Ook ontstond op meerdere locaties behoefte aan training over het onderwerp, soms voor medewerkers, soms voor vrijwilligers. Op meerdere locaties is in deze behoefte voorzien vanuit het project, op andere locaties zullen naar verwachting komende jaren alsnog dergelijke trainingen gaan plaatsvinden.
- In het merendeel van de locaties wordt in de individuele bewonersdossiers meer aandacht besteed aan persoonlijke beweegplannen, dan voor dit project. Dit gebeurt op de ene locatie gestructureerder en uitgebreider dan op de andere locatie.
Succesfactoren
Bij de locaties waar het meest is bereikt speelden de volgende succesfactoren:
- Men is er in geslaagd om bewegen/actief zijn niet als apart onderwerp, maar als essentieel onderdeel van het totale zorg- en welzijnsaanbod.
- Deze locaties hadden het ‘primaire proces’ verhoudingsgewijs beter op orde, en waren al een eind op weg met het proces van zorgen voor… naar zorgen dat….
- Er was continuïteit in de personele samenstelling van de werkgroepen.
- Management faciliteerde actief de veranderingsprocessen op de werkvloer.
- Men vindt het uitdagend en logisch om bewoners zelf en familieleden zelf een actieve rol in het huis te geven.
Faalfactoren
Bij locaties waar verhoudingsgewijs minder is bereikt speelden de volgende faalfactoren:
- Groot verloop in personeel en management.
- Bij 7 locaties was gedurende een groot deel van het project verhoogd toezicht IGZ; andere onderwerpen om het primaire proces meer op orde te krijgen kregen meer aandacht.
- Het project bleef teveel ‘eigendom’ van slechts enkele enthousiastelingen.