Peiling bewegingsonderwijs 2016
technische rapportage
Rapport van de vierde peiling in het bewegingsonderwijs uitgevoerd in het najaar en winter van 2016.
Het doel van het peilingsonderzoek is een beeld te verkrijgen van de vaardigheden van de Nederlandse leerlingen in groep 8 van het reguliere basisonderwijs (bo) en de schoolverlaters van het speciaal basisonderwijs (sbo). In de peiling zijn zowel motorische vaardigheden in het algemeen (balans, balvaardigheid) als specifiek in het bewegingsonderwijs geoefende vaardigheden (zoals rollen over verhoogd vlak en tennissen) en kracht en fitheid gemeten. Daarnaast zijn ook motivatie, de basisbehoeften competentie, autonomie en verbondenheid en de inschatting van de eigen sportieve vaardigheden bij de leerlingen in kaart gebracht.
Hoewel het informatief is om te leren hoe de leerlingen in 2016 hebben gepresteerd, heeft de huidige peiling ook tot doel gehad om een vergelijking mogelijk te maken met de voorgaande peiling, die heeft plaatsgevonden in 2006. Een deel van de getoetste vaardigheden is op dezelfde manier gemeten als tien jaar geleden waardoor een vergelijking van het prestatieniveau mogelijk is. Hierbij moet worden opgemerkt dat het voorbij de scope van de huidige peiling en deze rapportage gaat om verschillen tussen 2006 en 2016 te verklaren.
Tenslotte zijn enkele analyses uitgevoerd ter verklaring van mogelijke verschillen in vaardigheid tussen leerlingen. Derhalve is onderzocht of bepaalde kenmerken van de leerlingen, hun leerkrachten en de scholen en het onderwijsaanbod in het bewegingsonderwijs voorspellend zijn voor vaardigheid en motivatie van de leerlingen.
De rapportage is bedoeld als achtergrond bij de publicatie van de Inspectie van het Onderwijs over de peiling bewegingsonderwijs in 2016.