Leeftijd van Achterhoekse sportbestuurders; ’t gef niks of moak ’t uut?
kwalitatief onderzoek naar de betekenissen die betrokkenen bij sportverenigingen geven aan de leeftijd van sportbestuurders
Door ontwikkelingen in de samenleving die invloed hebben op de Nederlandse sportverenigingen, is het voor het voortbestaan van sportverenigingen steeds belangrijker dat sportbesturen in staat zijn om in te spelen op de wensen en behoeften van de leden. Om dat te bereiken wordt er in het sportbeleid al langere tijd ingezet op bestuurlijke ontwikkeling. In de Sportagenda 2017+ van NOC*NSF wordt hierbij voor het eerst ingezet op verjonging binnen sportbesturen.
In dit onderzoek staat de volgende hoofdvraag centraal: Welke betekenissen geven betrokkenen binnen sportverenigingen aan de leeftijd van sportbestuurders en wat zijn hiervan de consequenties voor hun handelen?
Dit wordt onderzocht bij vier sportverenigingen uit de Achterhoek, waarvan twee voetbalverenigingen en twee zwemverenigingen met binnen iedere tak van sport een sportvereniging met een relatief oud sportbestuur en een sportvereniging met een relatief jong sportbestuur. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is bij de sportverenigingen data verzameld middels observaties bij bestuursvergaderingen, diepte-interviews met bestuursleden en focusgroepen met leden van de sportvereniging. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een theoretisch perspectief van Foucault over discoursen.