Alle kinderen moeten kunnen sporten

Het gaat goed met het Jeugdsportfonds. En eigenlijk is dat niet zo goed. 1 op de 9 kinderen leeft in armoede. Mede daardoor is het Jeugdsportfonds, dankzij vele partners, groter gegroeid en geeft het steeds meer kinderen de kans om te kunnen sporten bij een sportvereniging. Harrie Postma, bedenker en founder van het Jeugdsportfonds had bij de oprichting in 1999 niet kunnen bevroeden dat er nu nog steeds nog meer geld nodig is om alle kinderen te kunnen laten sporten. Maar het is een bitter feit, onderkend door overheden, politieke partijen, maatschappelijke instanties en bedrijven. Het Jeugdsportfonds helpt jaarlijks zo’n 30.000 kinderen hun sportdroom waar te maken. Ruim 180 gemeenten zijn aangesloten, 8.000 intermediairs zetten zich vrijwillig in. Omdat het nodig was en is. Harrie Postma zag het in en ziet bij zijn inmiddels naderende afscheid dat zijn initiatief succesvol en onontbeerlijk is. In dit boek wordt Postma geëerd. Heel simpel. Door bekende en onbekende oudere Nederlanders, die verhalen over de noodzaak van het sporten, dat hen mede heeft gevormd. En door vele kinderen waarvan een aantal met steun van het Jeugdsportfonds lid konden worden van een sportclub. Ook zij vertellen leuke, ontroerende en aangrijpende verhalen en onderstrepen de uitspraak dat kinderen eigenlijk allemaal moeten kunnen sporten.