Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Pedagogisch handelen van jeugdkorfbaltrainers

een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van jeugdsporters en jeugdtrainers op een korfbalvereniging

Auteur(s): Vera Schoonackers

Naar aanleiding van de daling van het aantal jeugdleden bij een korfbalvereniging is in deze case-study het pedagogisch handelen van de trainers nader onderzocht. Dit is relevant, omdat de meeste kinderen stoppen bij een vereniging vanwege pedagogisch/relationele redenen. In een kwalitatief onderzoek, waarin semigestructureerde interviews bij 7 trainers en 10 jeugdleden zijn afgenomen, is antwoord gezocht op de vraag hoe het pedagogisch handelen ervaren wordt en waar er verbeterpunten liggen. Hierbij is gekeken of het handelen van de trainers voorziet in de drie basisbehoeften van jeugdsporters; competentie, autonomie, en betrokkenheid. De resultaten lieten zien dat het pedagogisch handelen op de korfbalvereniging op meerdere gebieden nog niet optimaal is. Zo kan er meer gedaan worden door de trainers om kinderen controle te geven over hun eigen leerproces, kunnen er gevarieerdere trainingen gegeven worden, kunnen trainers hun complimenten meer gaan richten op inzet en uitvoering en kunnen de trainers meer initiatief nemen om iedereen persoonlijke aandacht te geven. Om het pedagogisch handelen te verbeteren zullen de trainers ten eerste geïnformeerd moeten worden over het belang van een goed pedagogisch sportklimaat, zodat zij hun visie op jeugdtrainerschap kunnen aanpassen. Ten tweede hebben de trainers ondersteuning en feedback nodig om beter te kunnen voorzien in de drie basisbehoeften van de jeugdsporter.

Literatuurverwijzing: Schoonackers, V. (2016). Pedagogisch handelen van jeugdkorfbaltrainers: een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van jeugdsporters en jeugdtrainers op een korfbalvereniging. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Omschrijving