Eetstoornissen in de turnsport
de kennis van coaches in het Nederlandse dames turnen
De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat, luidt als volgt: Wat is de kennis en het inzicht van Nederlandse turncoaches uit de ere-, eerste, tweede, derde en vierde divisie in de eetstoornissen ‘Anorexia Nervosa’ en ‘Boulimia Nervosa’ en wat is het verschil in kennis tussen de divisies? Aan het onderzoek hebben 32 Nederlandse turncoaches meegedaan die allen online een vragenlijst hebben ingevuld. Hierin zijn vragen gesteld omtrent de scholing die zij op het gebied van eetstoornissen hebben gehad en daarnaast is hen gevraagd om de gedragingen behorende bij eetstoornissen een bepaalde ernst te geven. Aan de hand van deze bevindingen is getracht een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag. Gekeken naar het verschil tussen de divisies binnen het turnen, blijkt dat coaches uit de hogere divisies (ere- en eerste divisie) minder turnsters met een eetstoornis hebben gehad dan uit de lagere divisies (derde en vierde divisie). Als dit gekoppeld wordt aan het feit dat de coaches van hogere divisies beter geschoold zijn, kan geconcludeerd worden dat extra kennis wel degelijk van belang is om het aantal turnsters met een eetstoornis te beperken.