De macht van water
Marcel Wouda en de opkomst van het Nederlandse zwemmen
Tijdens de Olympische Spelen in Barcelona van 1992 leek de Nederlandse zwemsport op sterven na dood. Acht jaar later sleepten Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn in Sydney maar liefst vijf gouden medailles in de wacht. De wegbereider van deze successen is Marcel Wouda, de eerste Nederlandse zwemprof. Hij lag ruim 21 jaar bijna onafgebroken in het water. Met onder meer twee wereldrecords en een wereldtitel luidde Wouda een ongekende bloeiperiode van de Nederlandse zwemsport in. Tegenslagen ondervond hij ook: van een uiteenvallend gezin en een handtastelijke arts tot een sluimerend dopingschandaal. ‘De macht van water’ volgt de wederopstanding van een sport die plotseling in het middelpunt van de belangstelling staat, en die kan rekenen op vele miljoenen aan subsidie- en sponsorgelden. Het boek beschrijft de sportloopbaan van Marcel Wouda, eens een kwetsbaar jongetje, nu de man die op zijn 28ste afhaakte omdat zijn lichaam – na zo’n 35.000 kilometer te hebben gezwommen – versleten bleek. Maar bovenal gaat het boek over topsport, over de offers die moeten worden gebracht in de permanente zoektocht naar verbetering, en over flinterdunne scheidslijnen tussen winst en verlies.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | TOPS-0131 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl