Impliciete positieve emoties meten
een onderzoek naar de voorspellende waarde van affectieve attitudes
Positieve emoties bepalen een groot deel van ons gedrag. De effectiviteit van communicatieboodschappen kan dan ook worden verbeterd door in te spelen op emotie en affect. Het is echter nog onvoldoende duidelijk hoe emotie gemeten kan worden. In deze studie wordt daarom onderzocht wat de beste manier is om affectieve attitudes ten aanzien van sportgedrag en sportgewoonten te bepalen. Proefpersonen (N = 86) zijn gevraagd om twee keer een Single-Target Implicit Association Test (ST-IAT) en een online vragenlijst te voltooien, om respectievelijk een impliciete en expliciete attitude ten aanzien van sport te kunnen meten. Naast een ST-IAT met algemene affectwoorden (bijv. geluk en angst) is er ter vergelijking ook een versie met sportspecifieke affectwoorden (bijv. atletisch en uitgeput) afgenomen. De testen zijn gespecificeerd per sport, er werd dan ook steeds een persoonlijk targetwoord gebruikt (bijv. voor een voetballer ‘voetbal’ in plaats van ‘sport’). Uit de resultaten bleek tegen verwachting in, dat impliciete affectieve attitudes niet voorspellend waren voor sportgedrag of gewoonte. Expliciete affectieve attitudes bleken zoals verwacht wel voorspellend te zijn voor sportgedrag. Deze relatie is echter niet meer significant na toevoeging van gewoonte in dit model. En hoewel er geen verband was tussen de twee STIAT’s en sportgedrag, verschilden ze opvallend genoeg wel significant van elkaar. De nagenoeg identieke associatietesten vertoonden geringe onderlinge correlatie, hoewel ze ontworpen zijn om dezelfde impliciete attitudes te meten. In de discussie wordt kritisch gereflecteerd op de resultaten en op de stabiliteit van dit soort impliciete associatietesten. Praktische implicaties voor vervolgonderzoek worden besproken.