Loopgroepen anders georganiseerd: vrijheid, blijheid?
een kwalitatief onderzoek naar de betekenisgeving van loopsportbeoefenaars aan de sociale binding binnen anders-georganiseerde loopgroepen
De loopsport lijkt in eerste instantie te typeren als een individuele sport. Slechts 3 procent van de hardlopers beoefent de loopsport bij een atletiekvereniging. Daarnaast is een onbekend aantal loopsporters actief in de zogenaamde anders-georganiseerde verbanden. Binnen deze verbanden is er sprake van de beoefening van een traditionele sport zonder dat dit onder de vlag van de officiële sportbond plaats vindt. Volgens diverse literatuur schijnt de kritische sportconsument steeds minder op zoek te zijn naar strong ties (in zware gemeenschappen als traditionele verenigingen), maar veel meer naar weak ties (in lichte gemeenschappen). Kenmerken deze anders-georganiseerde loopgroepen zich als lichte gemeenschappen of als zware gemeenschappen? Of zijn de verschillen in sociale binding, betrokkenheid en loyaliteit complexer, diffuser en minder voorspelbaar dan deze dichotomie tussen lichte en zware gemeenschappen doet vermoeden? Van belang is om na te gaan welke mate van sociale binding de leden zelf ervaren en hoe zij daar binnen de context van een anders-georganiseerde loopgroep naar handelen. De data is verzameld door gebruik te maken van drie verschillende dataverzamelingsmethodes: een deskresearch, participerende observaties en (semi) gestructureerde diepte-interviews. Een anders-georganiseerde loopgroep valt niet op voorhand te typeren als een zware of lichte gemeenschap. Alhoewel vrijwel elke loopgroep vaak vanuit een informeel initiatief ontstaat (en op dat moment veel kenmerken aanneemt van een lichte gemeenschap), ontwikkelt de loopgroep zich in veel gevallen naar een formelere organisatie (met de daar bijhorende kenmerken van een zwaardere gemeenschap). De veronderstelde dichotomie tussen licht en zwaar bestaat niet. De verschillen tussen licht en zwaar zijn diffuser, complexer en minder voorspelbaar geworden.