Recreatieve fietsroutenetwerken
welke kant op?, adviesnotitie - maart 2011
De uitvoering van de ruim 40 regionale netwerken is in hoofdlijnen gelijk. Deze uniformiteit is door de Stichting Landelijk Fietsplatform vanuit haar rol als onafhankelijk landelijk coördinatiepunt voor het recreatieve fietsen nadrukkelijk bepleit. Het in 2006 uitgebrachte adviesrapport 2 heeft in dit verband zijn dienst bewezen. De stelling van het Fietsplatform in dit rapport en in het vele advieswerk op locatie luidde: als je het doet, doe het dan goed in het belang van de fietser. Het Fietsplatform heeft zich hiermee de afgelopen jaren opgeworpen als systeembeheerder voor de recreatieve fietsroutestructuur in Nederland. De routenetwerken het LF-net en de regionale knooppuntnetwerken vormen een prachtige basis voor de verdere promotie van het recreatieve fietsen in Nederland. Het streven is het succes van deze netwerken vast te houden en zo mogelijk verder uit te bouwen. Daarvoor is het zaak om samen met alle betrokkenen de komende jaren de kwaliteit te bewaken en daarvoor goede afspraken te maken. Maar ook om de kwaliteit te verbeteren iets wat op verschillende plekken zeker nodig is. In deze publicatie, die betrekking heeft op beide soorten netwerken, doet het Fietsplatform hiervoor aanbevelingen, alsmede voor de verdere productontwikkeling en promotie.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | RECR-TB-0015 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl