Spring naar content
Terug naar de kennisbank

4-meting Topsportklimaat

factsheet methode

De topsportklimaatmeting is een vierjaarlijkse studie naar het ervaren topsportklimaat onder Nederlands talenten, (oud)topsporters, coaches, technisch directeuren en de bevolking. De studie is in 2015 voor de vijfde keer uitgevoerd (er is gestart met een 0-meting) door de Universiteit Utrecht en het Mulier Instituut, in opdracht van NOC*NSF met ondersteuning van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De 4-meting van het Topsportklimaat is een vervolg op de eerdere Topsportklimaatmetingen die werden uitgevoerd in 1998, 2002, 2007 en 2011. Deze factsheet behandelt de methode. De basis voor het onderzoek naar het topsportklimaat in Nederland ligt in het model van een internationale studie naar succesvol topsportbeleid: Sports Policy Factors Leading to International Sporting Success (SPLISS). Het SPLISS-onderzoek richt zich op de relatie tussen beleid en succes. Daarvoor is een theoretisch model ontwikkeld dat uitgaat van negen pijlers in het beleid. Door de ervaringen met de eerdere Topsportklimaatmetingen zijn de onderzoeksmethodes van de 4-meting van het topsportklimaat uitgewerkt en verfijnd.   

Literatuurverwijzing: Bottenburg, M. van, Dijk, B., Elling, A., Dool, R. van den, & Reijgersberg, N. (2016). 4-meting Topsportklimaat: factsheet methode. Arnhem: NOC*NSF.

Omschrijving