Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Een supranationale INGO

een onderzoek naar de machtspositie van de FIFA bij de organisatie van een wereldkampioenschap

Auteur(s): R.M.W. van Meel

Tussen 2006 en 2010 heeft Nederland, samen met België, getracht om de organisatie van het WK voetbal van 2018 in de wacht te slepen. Hiervoor was het onder andere nodig dat de Nederlandse regering de FIFA, de INGO die bepaalt waar het toernooi georganiseerd wordt, enkele garanties verstrekte rondom zaken als visaprocedures, veiligheid en fiscaliteit. Hoewel er toentertijd wel degelijk grote toezeggingen aan de FIFA zijn gedaan, benadrukte de regering dat de garanties niettemin ondergeschikt bleven aan de Nederlandse grondwet, en zij had daarom enkele voorbehouden aan de garanties toegevoegd. Doordat er niet onverkort was ingestemd met de eisen van de FIFA, bestond er volgens het mondiale voetbalorgaan juridisch echter een “medium risk” bij het Belgisch-Nederlandse bid, en de organisatie van het WK ging dan ook aan hen voorbij. Dat de Nederlandse overheid de voorbehouden toevoegde is begrijpelijk, logisch zelfs, maar men had zich moeten realiseren dat het binnen willen halen van het WK daardoor eigenlijk bij voorbaat al kansloos was. Het feit dat een INGO als de FIFA dergelijke eisen kan stellen en dat staten bereid zijn daar aan tegemoet te komen, botst met de traditionele theoretische stromingen uit het vakgebied Internationale Betrekkingen, die in de regel veronderstellen dat staten de (enige) dominante actor zijn in het internationale bestel. 

Literatuurverwijzing: Meel, R.M.W. van (2014). Een supranationale INGO: een onderzoek naar de machtspositie van de FIFA bij de organisatie van een wereldkampioenschap. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Omschrijving