Ouderbetrokkenheid op playgrounds: altijd zinvol en haalbaar?
In 2013 namen er in totaal 85.000 kinderen en jongeren deel aan Streetsportactiviteiten in Den Haag. De playgrounds worden goed bezocht en het succes blijkt wel uit het feit dat een buurtsportcoach samen met de kinderen van zijn playground onlangs in Marrakech streed om de Danone Nations Cup. Zij vertegenwoordigden Nederland op het internationale voetbaltoernooi voor kinderen tussen 10 en 12 jaar.
De sportleiders en buurtsportcoaches bieden plezier, sport en spel, maar zijn ook op zoek naar manieren om ouders meer te betrekken bij de activiteiten.
Rebecca Beck en Karen Hitters van Kenniscentrum Sport (voorheen Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)) raakten betrokken bij deze missie en kwamen tot nieuwe inzichten. In dit artikel lichten ze hun inzichten toe en geven ze een paar mooie voorbeelden van ouderbetrokkenheid.
Grote verschillen tussen playgrounds
In gesprek met de buurtsportcoaches en sportleiders blijkt al snel dat ze in het betrekken van ouders goede eerste stappen zetten. Er zijn echter wel grote verschillen tussen de playgrounds. Bij de vaak grotere playground zijn de ouders al (automatisch) in de buurt, omdat ze er bijvoorbeeld omheen picknicken of op bankjes zitten. Terwijl bij de vaak kleinere playground amper een ouder te bekennen is. De Streetsportleiders proberen in alle gevallen actief op de ouders af te stappen en een praatje met ze te maken. Ook het vragen van een telefoonnummer van de ouders, voor het geval er wat met hun kind is, of een ouder verplichten aanwezig te zijn of een handtekening te zetten voordat een kind kan meedoen aan een activiteit of evenement, blijken goede manieren om in contact te komen met de ouders. Ook zijn er bij sommige playgrounds ouders (vaak moeders) die actief naar de Streetsportleiders toe komen, omdat ze zelf graag (meer) zouden willen bewegen. Dit blijkt een mooie kans om met ouders in gesprek te raken.
Zijn de ouders al echt betrokken?
Vaak zijn de sportleiders succesvol in de eerste van de drie stappen die we bij Kenniscentrum Sport onderscheiden om ouderbetrokkenheid te vergroten, namelijk ‘het vinden en bereiken van ouders’. Is dit voldoende voor de Streetsportleiders? Niet vanuit de opdracht die hen is meegegeven vanuit de gemeente: “We willen dat ouders af en toe, bijvoorbeeld één keer per week, langskomen en soms meehelpen”, stelt Robbert Houdijk als Consulent Streetsport. “De aanwezigheid van ouders die meedenken, de jeugd corrigeren, en incidenteel helpen bij activiteiten draagt bij aan het creëren van een sociaal veilige omgeving. Uiteindelijk willen we dat ouders de intentie hebben hun kinderen te stimuleren om meer te sporten en te bewegen.” Met alleen het gesprek aangaan met ouders is deze doelstelling nog niet behaald. Ouders moeten ook (incidenteel) daadwerkelijke in actie komen.
Hoe realistisch is ouderbetrokkenheid op een playground?
De boodschap die Kenniscentrum Sport de Streetsportleiders en buurtsportcoaches meegeeft, is dat praten met de ouders en oprecht nieuwsgierige vragen stellen hierbij cruciaal is. Waaruit bestaat voor deze ouders betrokkenheid? Wat vinden ze belangrijk voor hun kind? Wat is hun (automatische) oordeel over sport en bewegen, over een playground en over de Streetsportleider? Waar liggen deze ouders wakker van? Pas als je dat weet van de ouders, vergroot je de kans dat je ze op een manier aanspreekt waarmee je hun interesse en oprechte betrokkenheid vergroot bij het reilen en zeilen op de playground.
Maar…
Maar, in hoeverre is het realistisch om een actieve betrokkenheid van ouders te verwachten op playgrounds? De playgrounds hebben immers een geheel andere ‘status’ dan bijvoorbeeld een sportvereniging of het onderwijs. Streetsport is een laagdrempelige vorm van sporten en ouders zien het vaak als buitenspelen voor de kinderen. Ouders weten over het algemeen weinig tot niets af van de organisatie van Streetsportactiviteiten. In contact treden met hen en hier uitleg over geven is een logische eerste stap. Zo vertelt één van de sportleiders dat ze voordat ze iets organiseren altijd eerst naar de ouders gaan, uitleggen wat ze gaan doen en wat hun functie inhoudt. Tijdens het gesprek proberen ze met behulp van de Argumentenkaartjes ook na te gaan wat de ouders belangrijk vinden om zo de ‘gevoelige’ snaar te raken en daarop in te haken.
Tijdens de workshop ‘Ouders betrekken! Belangrijk, maar hoe doe je dat?’ hebben de Streetsportleiders en buurtsportcoaches geleerd om te werken met de Argumentenkaartjes van Kenniscentrum Sport.
Met behulp van de Argumentenkaartjes kunt u het gesprek met ouders aangaan en komt u er achter wat de ouder drijft, motiveert en belangrijk vindt. Het biedt een opening voor een gesprek over het belang van sport en bewegen, aanhakend op de werkelijke drijfveren van ouders. Waarom de Argumentenkaartjes aanslaan? U start niet bij wat u zelf belangrijk vindt, namelijk sport en bewegen, maar bij het perspectief van de ouder. U zet de Argumentenkaartjes dan ook in bij stap 2 van de drie stappen die Kenniscentrum Sport onderscheidt, namelijk het bewustmaken van ouders.
In hoeverre wil je meer dan alleen in contact zijn met de ouders? Een discussiepunt waar de meningen sterk over (kunnen) verschillen. Ouderbetrokkenheid is namelijk landelijk gezien, en ook vanuit de gemeente Den Haag, een thema waar veel belang aan wordt gehecht. Ouders zijn immers van grote invloed op het (sport- en beweeg)gedrag van kinderen en ze zijn ook belangrijk voor extra handjes bij bijvoorbeeld de sportvereniging.
De vraag is of dit doel ook te bereiken is op de laagdrempelige playgrounds. Zitten ouders hier wel op te wachten? Ze moeten al op zoveel andere plaatsen – denk aan de school en de sportvereniging – betrokken zijn na een fulltime job in en/of buitenshuis. De playground is dan toch wel een andere, meer ‘veilig buitenspeelachtige’ setting waar ouders de kinderen kunnen ‘loslaten’.
“En in hoeverre zitten de kinderen hier zelf op te wachten?”, stellen de Streetsportleiders elkaar de vraag. De aanwezigheid van ouders kan van (grote) invloed zijn op kinderen, waardoor kinderen zich anders kunnen gaan gedragen dan zonder ouders om zich heen, merken de Streetsportleiders. Bovendien moeten kinderen ook de ruimte hebben om zich te kunnen ontwikkelen en ontplooien zonder de aanwezigheid van ouders. Kinderen hebben immers thuis, op school en op de sportvereniging al te maken met zoveel regels. Op de playground hebben ze eindelijk een beetje vrijheid en zitten ze er niet op te wachten dat hun ouder ook altijd meekijkt.
Workshop ouderbetrokkenheid inspireert
Bovenstaande ervaringen kwamen aan bod tijdens de ‘terugkomdag ouderbetrokkenheid’ van de Streetsportleiders en buurtsportcoaches. De terugkomdag was onderdeel van het traject waarin Kenniscentrum Sport met deze leuke groep sportleiders en buurtsportcoaches aan de slag is gegaan met het thema ouderbetrokkenheid. Het traject startte met een workshop van een dagdeel waarin de deelnemers meer informatie kregen over het betrekken van ouders en gedragsverandering.
Robbert Houdijk over de workshop: “Het was een goede en sterke workshop, waarin de Streetsportleiders inzichten hebben gekregen waarmee ze aan de slag kunnen. Ze zagen het betrekken van ouders als een grote, zware opdracht, maar hopelijk, maar dat verwacht ik wel, is dat een beetje weggehaald tijdens de workshop. De interactie onderling was erg goed.” De deelnemers beoordeelden de workshop met een 8.
Met deze kennis en informatie op zak gingen de Sportleiders en buurtsportcoaches daadwerkelijk aan de slag op de playgrounds aan de hand van een praktijkopdracht. Tijdens de terugkomdag op 22 oktober presenteerden ze de resultaten uit de praktijk aan elkaar.
Terugblik
De reacties en inzichten van de Streetsportleiders hebben ons aan het denken gezet over het realiseren van vergaande vormen van ouderbetrokkenheid op playgrounds. Wij zijn benieuwd naar uw visie daarop. Een reactie via de mail stellen wij op prijs.
Ook geïnteresseerd in een workshop of advies(traject), neem contact op met Rebecca Beck (rebecca.beck@kenniscentrumsportenbewegen.nl of 06- 31641205).