Ouders in drie stappen enthousiast voor aanpak overgewicht
Ik als ouder
Enkele maanden geleden, in april 2015, kom ik voor het eerst als kersverse moeder bij het consultatiebureau. Bij ontvangst wegen en meten ze mijn zoontje. Even later worden we opgehaald door de jeugdarts. Het eerste waar ze me op wijst, zijn de groeicurves, te zien op het beeldscherm: “Hij doet het goed. Kijk hier zie je dat zijn lengte mooi rond de gemiddelde lijn zit. En hier zie je zijn gewicht.” Wat een fijn gevoel om te horen dat hij ‘het goed doet’…
Onderweg naar huis denk ik aan de blog ‘Mollig mag niet meer’ van Annemiek Verbeek (2014) op de website J/M voor ouders. Ze schreef dat de jeugdarts tijdens haar bezoek aan het consultatiebureau naar de groene lijn op haar beeldscherm wees en aangaf dat de curve van Annemieks dochter richting obees ging. Annemiek was niet te spreken over, zoals ze het noemt, de ‘paniekerigheid over overgewicht’ en de ‘overgewichtgekte die het consultatiebureau en de schoolartsen in de greep heeft’. Ze schrijft letterlijk: “Een kind dat geen maatje spriet heeft, wordt al snel in het probleemhokje geduwd”. Na dat gesprek maakt ze de jeugdarts duidelijk dat ze geen vervolgafspraak meer wil.
Ik vraag me af hoe ik zou reageren als de jeugdarts zegt dat mijn zoontje richting overgewicht gaat. Naar de groeicurves kijken, was het eerste wat de jeugdarts deed. We kenden elkaar nog niet en ze geeft eigenlijk meteen een oordeel over of hij (lees: ik) het goed doet. Ik besef me dat ik niet open sta voor een ‘overgewicht’- boodschap. Ik zou het vervelend vinden en me onzeker voelen en de kans is groot dat ik in de weerstand zou schieten…
Ik als professional
Mijn verlof is voorbij en ik zie de nieuwe cijfers over overgewicht van het CBS (2015) langskomen: 13,2% van kinderen tussen de 4 en 20 jaar heeft overgewicht en 3,7% heeft ernstig overgewicht. In veel wijken die zich kenmerken door een hoog percentage kinderen en jongeren met overgewicht, slaan professionals de handen ineen. Professionals uit de jeugdgezondheidszorg en van de gemeente, diëtisten, sport- en beweegaanbieders en fysiotherapeuten ontwikkelen aanbod om deze kinderen op weg te helpen naar een gezonde leefstijl. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de circa twintig projecten van de Sportimpuls Kinderen sportief op gewicht (KSG) die jaarlijks van start gaan.
Maar wat blijkt…
Bij veel projecten verloopt het werven van kinderen (en ouders) met overgewicht moeizaam. Zo lees ik dat bijvoorbeeld in de blog ‘VetCool® Speciaal: twee jongeren zijn enthousiast, wie volgt?’ van collega Hiske Blom. Dat project, gericht op jongeren van 12 tot 18 jaar met een verstandelijke beperking of specifieke ondersteuningsbehoefte met overgewicht, heeft slechts twee deelnemers. Waar gaat het mis in de lokale praktijk? Aan het aantal kinderen met overgewicht en de motivatie van professionals ligt het in elk geval niet. Maar met het verhaal van Annemiek en mijn eigen ervaringen in mijn achterhoofd, heb ik wel een idee.
Drie stappen
In het artikel ‘In drie stappen naar ouderbetrokkenheid‘ staan de drie stappen die je als professional moet doorlopen om betrokkenheid van ouders te creëren. Je moet ouders eerst weten te bereiken (stap 1), voordat je kunt werken aan bewustwording (stap 2) en pas dan kun je ze ondersteunen (stap 3). Het consultatiebureau ziet 99% van de kinderen en is daarmee bijvoorbeeld een goede plek om ouders te bereiken (stap 1). Bij de derde stap ondersteun je ouders bij de stap van intentie (‘ouders vinden de aanpak een goed idee’) naar daadwerkelijk gedrag (ouders gaan tot actie over). Waar het vaak misgaat, is bij de tweede stap: wat doe je als je in contact bent met de ouders?
Bewustwording creëren
Lukt het jou ook niet om ouders enthousiast te maken voor een aanpak gericht op kinderen met overgewicht? Vraag jezelf dan af of je het onderwerp overgewicht niet (teveel) centraal stelt in de gesprekken met ouders en of je wel aansluit bij dat wat ouders belangrijk vinden. Met andere woorden, krijgt het aspect bewustwording (stap 2) voldoende en op een goede wijze aandacht? De essentie van mijn verhaal: je zult ouders eerst bewust moeten maken van het belang van jouw aanpak voor hun kind, voordat ze de intentie krijgen hun kind hiertoe te stimuleren. Dat doe je door met jouw boodschap in te spelen op dat wat zij belangrijk vinden. Ik zal toelichten wat ik hiermee bedoel.
We gaan er te vaak van uit dat ouders het overgewicht van hun kind ook zien en als probleem ervaren, maar 44-50% van de ouders herkent overgewicht helemaal niet. Dit is vaker zo bij jonge kinderen (2-6 jaar), kinderen die matig overgewicht hebben, ouders met een niet- Nederlandse komaf en lager opgeleide ouders. Als je deze ouders rechtstreeks wijst op het overgewicht van hun kind is de kans groot dat ze in de weerstand schieten en niet open staan voor jouw aanpak. Bewustwording creëren is dus noodzakelijk.
Niet moeten, maar willen
Deze tweede stap wordt nog te vaak overgeslagen, krijgt te weinig aandacht of wordt verkeerd ingevlogen. Als je bij ouders bewustzijn wil creëren, zijn termen als ‘overgewicht’ of ‘sport en bewegen’ meestal niet de insteek bij het gesprek. Ga na wat de ouder zelf wil, drijft, motiveert en belangrijk vindt en speel hierop in met jouw aanpak. Ouders komen idealiter dan tot het inzicht dat jouw aanpak aansluit bij hun kind en bij wat zij belangrijk vinden. Ze nemen zich voor om hun kinderen te stimuleren deel te nemen aan de aanpak. Jij helpt ze tot dat inzicht te komen.
Wanneer ouders beseffen dat bewegen belangrijk is voor de ontwikkeling van hun kind en inzien dat bewegen leuk kan zijn, raken ze gemotiveerd om aan de slag te gaan. Wanneer kinderen in het probleemhoekje ‘overgewicht’ worden geduwd, ‘moeten’ ze gaan bewegen (als een soort medicijn) en ontstaat bij veel ouders (en kinderen) tegenzin. Ze zijn weinig gemotiveerd, weinig enthousiast en het roept weerstand op. Zet daarom in op ‘willen’ en niet op ‘moeten’.
Gezellig samen peutergymen
Terug naar mijn voorbeeld: Ik vraag me af hoe het consultatiebureau mij kan stimuleren deel te nemen aan een lokale aanpak als blijkt dat mijn kind over drie jaar overgewicht heeft. Ik zal, ook al ben ik werkzaam in de ‘ik- wil- een- gezonde- leefstijl- wereld’, ook niet warm lopen als de jeugdarts me wijst op de groeicurves en ‘overgewicht’ als insteek neemt. Ik zal eerder warm lopen voor de insteek ‘gezellig, samen met andere moeders en kinderen peutergymen’. Dat er dan ook aandacht wordt besteed aan opvoeding, voeding en overgewicht, neem ik dan voor lief en zie ik wellicht zelfs als meerwaarde. De kans is echter aanwezig dat de insteek ‘gezellig bewegen’ niet aanslaat bij andere ouders. Tip voor de jeugdarts van Annemiek: ga eerst na wat ouders zelf belangrijk vinden voor hun kind. Misschien zijn dat wel goede leerprestaties op school of dat hun kind niet gepest wordt, of iets heel anders. Speel daar dan vervolgens met jouw boodschap en aanpak op in!
Mijn boodschap
Het volgen van de drie stappen is een intensief en niet altijd gemakkelijk traject. Met name de tweede stap, ‘bewustwording creëren bij ouders’, vergt aandacht en maatwerk. Maar juist bij moeilijk bereikbare doelgroepen is het belangrijk om daar op in te zetten. Ik hoop dat ik met dit verhaal professionals die ook moeite hebben met het werven van kinderen met overgewicht voor projecten, stimuleer om na te denken over de eigen aanpak.
Ervaringen delen?
Vind je het werven van deelnemers ook lastig of heb/ ken je juist succeservaringen? In hoeverre besteed je al (bewust) aandacht aan de drie stappen? Wat kan het inzetten van de stappen voor jouw praktijk betekenen? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen en nodig je uit te reageren in de groep ‘Overgewicht jeugd’ van Netwerk in beweging. Meld je aan en deel jouw kennis en ervaringen.
Rebecca Beck is expert ouders en overgewicht bij Kenniscentrum Sport. Wij bieden ondersteuning bij deze thematieken en verzamelen en verspreiden kennis uit beleid, onderzoek en praktijk.