Daily (in)activities of nursing home residents in their wards
an observation study
Afhankelijk van het tijdstip van de dag is ongeveer de helft tot driekwart van de verpleeghuisbewoners inactief. Activiteiten zijn er vooral in de ochtend, wanneer rond een derde van de bewoners zich bezighoudt met ADL en 1 op de 6 kan worden geobserveerd tijdens communiceren of hobby’s. Er wordt nauwelijks tijd besteed aan activiteiten van instrumentele ADL (IADL), zoals tafels dekken. Dat blijkt uit een observationele studie van Mirre den Ouden en collega’s van de Universiteit Maastricht onder ruim 700 verpleeghuisbewoners (J Am Med Dir Assoc. 2015; epub 6 juli). Deze bewoners van 19 psychogeriatrische en 11 somatische afdelingen van 7 verpleeghuizen in Zuid-Nederland werden op 1 dag 5 maal geobserveerd op willekeurige tijdstippen tussen 7 uur ’s morgens en 11 uur ’s avonds. Genoteerd werd onder meer wat de bewoners op dat moment aan het doen waren, en in welke positie zij waren tijdens de observatie – zittend, liggend, staand, lopend of tijdens transfers. Tijdens verreweg de meeste observaties werden bewoners in rust aangetroffen: slapend, tv-kijkend, of nietsdoend. Afhankelijk van het tijdstip was 45-77% van de bewoners in rust. In 89-91% van de observaties werden bewoners gezien in zittende of liggende positie. Bewoners van somatische afdelingen waren gemiddeld minder vaak mobiel dan psychogeriatrische patiënten. Zij werden dan ook minder vaak staand of lopend aangetroffen. Er waren echter geen significante verschillen tussen de verschillende typen afdelingen in activiteiten van de bewoners. Den Ouden en collega’s vinden het belangrijk om verpleeghuisbewoners te activeren, aangezien inactiviteit een belangrijke voorspeller is voor verdere functionele achteruitgang. Zij pleiten voor interventies die vooral deelname aan activiteiten van (I)ADL te verbeteren, en die bij mobiele patiënten het staan en lopen stimuleren.