Samenvatting en duiding van hoofdstuk 13: Omgevingsfactoren van sport
SCP-publicatie Rapportage Sport 2014 (+ h7+ h9)
In dit artikel ‘Omgevingsfactoren van sport’ haakt een inhoudsexpert van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen in op de inhoud van het gelijknamige hoofdstuk 13 uit de SCP publicatie Rapportage Sport 2014. Daarbij wordt ook gekeken naar de hoofdstukken 7 (Sportinfrastructuur) en 9 (Sport, ruimte en tijd). Zij vat samen en plaatst dit in het perspectief van al bestaande ontwikkelingen en kennisgebieden. Kinderen en ouderen bewegen bijvoorbeeld meer als deze omgeving beweegvriendelijk is ingericht. Leefbaarheid van een buurt is een belangrijk aangrijpingspunt voor beleid net zoals veiligheid. Mensen die hun omgeving als veilig ervaren hebben een positievere houding ten opzichte van sportdeelname. Een beweegvriendelijke omgeving heeft een positieve invloed op sociale cohesie en daarmee de leefbaarheid.
- Ga naar hoofdstuk 13 uit Rapportage Sport 2014 geschreven door Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (SCP).
- Ga naar hoofdstuk 7 uit Rapportage Sport 2014 geschreven door Rob Goossens, Andries Kuipers (CBS) en Remko van den Dool (SCP).
- Ga naar hoofdstuk 9 uit Rapportage Sport 2014 geschreven door Remco Hoekman, Karin Wezenberg-Hoenderkamp (Mulier Instituut) en Remko van den Dool (SCP).
Met de slogan ‘Maak Ruimte voor Bewegen’ wordt al een aantal jaren aandacht gevraagd voor het sportief inrichten van de openbare ruimte en het openbaar(der) maken van sportaccommodaties. Om te sporten en te bewegen is immers ruimte nodig. In de vorm van openbare ruimte die beweegvriendelijk is, of (sport) accommodaties die naast een sportvereniging ook benut worden door andere sportverenigingen en (overdag) door scholen, buitenschoolse opvang, groepen ouderen en andersoortig sport en beweegaanbod.
Gemeenten spelen hierin een centrale rol. Zij bouwen, onderhouden en beheren sportaccommodaties en zijn samen met burgers verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte.
Meer multifunctionele accommodaties nodig
Nederland heeft een rijke sportinfrastructuur (H7). Driekwart van de sportclubs in Nederland maakt gebruik van een binnen of buitensportaccommodatie. In Nederland hebben we 3750 openlucht sportaccommodaties en 2255 overdekte sportaccommodaties (exclusief zwembaden en kunstijsbanen). Daarnaast zijn er 282 Cruyff Courts en Krajicek playgrounds.
In veel gemeenten speelt in tijd van bezuinigingen het vraagstuk hoe (sport)accommodaties efficiënter te gebruiken. Een mogelijk antwoord op die vraag is het multifunctioneel inzetten van een accommodatie en deze meer open te stellen voor de omliggende wijk en de bewoners. Dat leidt tot het beter benutten van een accommodatie en aanloop van doelgroepen die normaliter niet op de sportvereniging komen zoals ouderen.
Hardlopen, fietsen en wandelen scoren hoog
Ruimte en tijd zijn belangrijke aspecten bij het bevorderen van sportdeelname. (H9) Gemiddeld is er in Nederland 2,1 hectare sportterrein per 1000 inwoners beschikbaar. Van het gehele Nederlandse bodemoppervlak is slechts 1% voor sport in gebruik. Dan hebben we het over formele sportvoorzieningen, niet over de openbare ruimte die veelal ook heel geschikt is om te sporten en te bewegen.
41% Van de bevolking gebruikt wel eens de openbare ruimte om te sporten. Mannen iets vaker dan vrouwen. Vanaf 12 jaar is dit zelfs het meest gebruikte type voorziening voor sportbeoefening, zowel in zeer 2 van 2 stedelijk als in niet stedelijk gebied (Rapportage Sport, tabel 9.5). De meest beoefende sporten (hardlopen, fietsen en wandelen – zie Rapportage Sport, tabel 4.4) zijn dan ook sporten die vaak in de openbare ruimte worden beoefend.
Samenhang bewegen en leefbaarheid
Als de openbare weg, het park of bos en strand of duinen, water en schoolpleinen en speelveldjes zulke populaire plekken zijn voor het beoefenen van sport, hoe kan het dat er in het beleid dan nog maar weinig aandacht is voor deze vorm van gebruik van de openbare ruimte? Langzaamaan zien we steeds meer gemeenten die in hun sportbeleid ook aandacht besteden aan sport en bewegen in de openbare ruimte. Andersom is het aantal gemeenten dat sport en bewegen in zijn ruimtelijk beleid opneemt nog klein. Het benutten van de openbare ruimte voor sport en bewegen blijft een punt van voortdurende aandacht.
De Rapportage Sport onderschrijft de invloed van omgevingsfactoren op het sport en beweeggedrag van mensen. Zo wordt geschetst dat er ‘een verband is tussen de leefbaarheid van een buurt en het aandeel inwoners dat sport en beweegt in de vrije tijd’ (wandelen, fietsen en sporten). Hoe leefbaarder de buurt, hoe meer inwoners sporten’ (Rapportage Sport, p. 258). De kenmerken van de omgeving hangen weer samen met de leefbaarheid van de buurt. Kinderen en ouderen bewegen bijvoorbeeld meer als deze omgeving beweegvriendelijk is ingericht.
Leefbaarheid van een buurt is een belangrijk aangrijpingspunt voor beleid net zoals veiligheid. Mensen die hun omgeving als veilig ervaren hebben een positievere houding ten opzichte van sportdeelname. Een beweegvriendelijke omgeving heeft een positieve invloed op sociale cohesie en daarmee de leefbaarheid. Denk aan het verminderen van eenzaamheid. Kinderen gaan meer buitenspelen en daardoor komen ook ouders meer met elkaar in contact.