Weinig sporten leidt tot emotionele problemen
en de invloed van peerproblemen, gepest worden en welbevinden op deze relatie
Bestaand longitudinaal onderzoek was niet eenduidig over de relatie tussen sport/fysieke activiteit en emotionele problemen, vandaar dat deze relatie in huidig onderzoek is opgenomen. Tevens was er nog geen onderzoek naar mediatoren in de relatie tussen sport en emotionele problemen, nog geen longitudinaal onderzoek naar mediatoren in deze relatie en nog geen onderzoek waarin sociale componenten, zoals gesuggereerd door de theorie van Baumeister & Leary (1995) en Bandura (1965), als mogelijk mediatoren meegenomen werden. Dit is alle drie in het huidige onderzoek uitgevoerd. Weinig tot niet sporten hing cross-sectioneel samen met meer emotionele problemen en leidde tot meer emotionele problemen één jaar later bij zowel jongens als meisjes én twee jaar later bij meisjes. Peerproblemen en welbevinden bleken alleen in een volledig cross-sectionele analyse partiële mediatoren in deze relatie. Gepest worden bleek de relatie tussen sporten en emotionele problemen niet te mediëren. Vervolgonderzoek is nodig naar de mechanismen waarmee minder sporten leidt tot meer emotionele problemen.