Nederland participatieland?
de ambitie van de wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) en de praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt wel participatiewet genoemd. Iedereen moet meer mee gaan doen, is de slogan bij de invoering ervan. Maar leidt de Wmo tot meer participatie? In elk geval verandert de Wmo de verhoudingen in Nederland tussen individuen, sociale verbanden en overheden. Maar het is nog niet uitgekristalliseerd hoe de nieuwe verhoudingen zullen zijn. In dit academisch proefschrift analyseert Marja Jager-Vreugdenhil wat precies de definitie is van de Wmo. Daarin blijkt een sleutelrol te zijn weggelegd voor de civil society. Als er maar meer mensen gaan participeren in buurten, verenigingen en allerlei andere verbanden, zal er meer sociale cohesie ontstaan en daarmee meer informele zorg, is de verwachting. Maar is dat wel zo? Aan de hand van drie casusstudies – naar de buurt, mantelzorgrelaties en kerken – laat de auteur zien wat wel en niet realistisch is in deze beleidsredenering. Ze laat zien dat de cruciale vraag is of het gemeenten wel lukt om ruimte te geven aan de eigenheid van sociale verbanden.