Psychomotorische therapie in een justitiële jeugdinrichting
waarom zou ik?
Het Nederlandse Jeugdstrafrecht houdt rekening met de onvolledige ontwikkeling van een jongere en gaat uit van een verminderde verwijtbaarheid en aansprakelijkheid van een jeugdige delinquent. Binnen de Justitiële Jeugdinrichtingen is men er op gericht een positieve gedragsverandering te bewerkstelligen, waarmee de kans op recidive vermindering wordt vergroot. Een positieve gedragsverandering kan onder andere worden bereikt door de dynamische criminogene factoren en protectieve factoren positief te beïnvloeden. Psychomotorische therapie is hiervoor een behandelvorm welke zich richt op lichaamsbeleving en het bewegingsgedrag bij jongeren. Afgelopen decennia is er onderzoek verricht naar deze behandelvorm en is aangetoond dat op de gebieden Emotie, Interactie en Cognitie een positieve verandering heeft plaatsgevonden. Dergelijke positieve uitkomsten hebben minder effect nu blijkt dat lang niet alle jongeren welke hiervoor in aanmerking komen worden bereikt. Zowel volgens de jongeren als professionals liggen hier meerdere oorzaken aan ten grondslag. Deze bevinden zich op organisatorisch, programma technisch en belevingsvlak. Door het niet bereiken van alle jongeren wordt zowel de jongere, als de ouder, als de maatschappij tekort gedaan en is er voor de JJI ruimte om zich te verbeteren. Door alle jongeren op een informele manier via groeps-PMT in aanraking te brengen binnen de eerste weken van verblijf kan een grote stap worden gezet in acceptatie van deze therapievorm. Individuele sessies zullen vervolgens makkelijker tot stand komen en het betrekken van ouders kan een nog grotere meerwaarde creëren. Als een veel grotere deelname van jongeren kan worden bereikt mag worden verwacht dat het recidive percentage onder hen zal afnemen. De maatschappelijke waarde hiervan mag niet worden onderschat.