Evaluatieonderzoek sportieve recreatie deel 2
ontwikkelingen, effect en efficiëntie
Sinds begin jaren zeventig is door de gemeente Utrecht een beleid gevoerd op het terrein van de sportieve recreatie. In 1983 is aangegeven dat er behoefte bestaat om het betreffende beleid te evalueren. De uitvoering van het onderzoek heeft plaatsgevonden in een drietal fasen. In dit verslag wordt in een inleidend hoofdstuk allereerst ingegaan op de aanleiding, de voorgeschiedenis en de methode van het evaluatieonderzoek. In hoofdstuk 2 worden een aantal aspecten van sportieve recreatie behandeld. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: definiëring, overheidsbemoeienis en de omvang van de sportieve recreatie. In hoofdstuk 3 passeren enkele aspecten van het gemeentelijk beleid op het gebied van de sportieve recreatie de revue. In hoofdstuk 4 komt eerder verricht onderzoek in de stad Utrecht op het gebied van sportieve recreatie aan de orde. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de activiteiten en het gebruik, de kosten en de opbrengsten daarvan. In hoofdstuk 6 worden een aantal kengetallen geconstrueerd op basis van de gegevens uit hoofdstuk 5. Besloten wordt met samenvattende conclusies en aanbevelingen.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | SPBELE-TB-0013 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl