Zwemwater in Nederland
mogelijke maatschappelijke en economische gevolgen van de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn
Nederland heeft ruimt 600 zwemwaterlocaties in oppervlaktewater die aangemeld zijn bij de Europese Commissie. In het badseizoen vindt hier regelmatig controle van de waterkwaliteit plaats. De Europese Commissie brengt jaarlijks een rapport uit met de resultaten van het voorgaande seizoen van alle lidstaten. De provincies zijn verantwoordelijk voor het aanwijzen van de zwemlocaties en de kwaliteit. In 2002 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een nieuwe Zwemwaterrichtlijn, met onder andere specifiekere en scherpere normen voor fecale verontreiniging. Een definitieve richtlijn is begin 2004 nog niet vastgesteld. De waarde van zwemwater voor de Nederlander blijkt uit de omvang van het gebruik maar ook uit de bereidheid om extra belasting te betalen om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze bereidheid kan door overheden wellicht worden geïnterpreteerd als een rechtvaardiging om te investeren in het verbeteren van de waterkwaliteit. De nieuwe richtlijn kan ook grote negatieve gevolgen hebben aangezien mensen ‘hun’ zwemlocatie verliezen en omliggende bedrijven hun inkomsten. Bij meerdere probleemlocaties in een regio kan deze de toeristische aantrekkingskracht verliezen. Investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur worden in zo’n geval niet terugverdiend.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | KWAL-TB-0004 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl